Schoof zet Jetten op zijn plek: 'U maakt wel heel grote sprongen'
In een fel Kamerdebat lopen de spanningen hoog op zodra D66-leider Rob Jetten vraagtekens zet bij de rol van Dick Schoof als minister-president. Jetten suggereert dat Schoofs werkzaamheden zich zouden beperken tot het voorzitten van vergaderingen en het voorlezen van voorbereide antwoorden in de Tweede Kamer. Dit leidt tot een scherpe reactie van de premier.
Tijdens de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen (ABP) vraagt Jetten: “Welke rol heeft de minister-president zelf? Is dat dan alleen maar het voorzitten van de vergadering op vrijdag en bij debatten in de Tweede Kamer vragen en antwoorden voorlezen van de voorbereide briefjes?”
Premier Schoof reageert zichtbaar geprikkeld op deze interruptie. Hij benadrukt dat deze opmerking een 'zware, zware onderschatting' is van wat hij dagelijks doet. “Ik mag me niet irriteren aan uw Kamer, dat past mij niet, maar deze opmerking raakt mij wel buitengewoon,” aldus de premier. Hij legt uit dat zijn werk veel verder gaat dan het enkel voorzitten van de ministerraad.
'Dag in, dag uit'
Schoof benadrukt dat hij zich inzet om Nederland beter te maken met het regeerprogramma in de hand. “Natuurlijk laat ik me daarbij ondersteunen. Maar dat wil niet zeggen dat ik hier alleen maar papiertjes voorlees. Ik sta hier als premier van een kabinet wat dag in dag uit, vanaf het moment dat we zijn aangetreden, aan het werk is op de prioriteiten van Nederland zoals we die in het regeerprogramma hebben aangegeven.”
De premier benadrukt verder dat hij verantwoordelijk is voor het functioneren van het kabinet en dat hij zijn ministers aanspreekt als dat nodig is. “Gaat het allemaal goed? Nee, ongetwijfeld zullen daarbij af en toe dingen niet goedkomen. En daar zijn we op aanspreekbaar. En dan gaan we daar ook met elkaar in overleg. En als het nodig is om mevrouw Faber aan te spreken, zal ik dat doen. Zoals het ook als het nodig is om wie dan ook in dit kabinet aan te spreken, ik dat zal doen.”
Schoof sluit af door zijn ongenoegen te uiten over Jetten’s opmerkingen na een lange dag van debatteren. “Ik vind het buitengewoon pijnlijk om te constateren dat na een hele dag, na twaalf uur debatteren, u nu tegen mij zegt of ik mijn rol beschouw als de voorzitter van de ministerraad die alleen papiertjes voorleest.” Vervolgens krijgt hij een luid applaus van zijn kabinet.