Denkt de inclusiviteitsbrigade er weleens aan wie er in de politieke kast zit?
Op ‘Coming Out Day’ presenteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek een onderzoek waaruit blijkt dat 2,7 miljoen Nederlanders zich niet als heteroseksueel identificeren. Het is mooi dat steeds meer LHBTQIA’ers uit de spreekwoordelijke kast komen. Maar duwt de inclusiviteitsbrigade een andere groep er niet juist in?
De hoofdsocioloog van het CBS benadrukte in de Volkskrant het belang van dit onderzoek, omdat ‘inclusief beleid pas gemaakt kan worden als duidelijk is om hoeveel mensen het gaat en hoe die moeten worden aangesproken’. Want dat is de modus operandi van inclusiviteitsbeweging: iedereen moet op maat benaderd en behandeld worden. Maar als dat daadwerkelijk is wat men predikt, waarom worden andere groepen mensen in de samenleving dan aangesproken op een manier waarin zij zichzelf niet herkennen? Deze mensen identificeren zich helemaal niet als ‘extreemrechtse, anti-institutionele radicalen’, maar toch is dat het label dat zij opgeplakt krijgen als ze uit de kast komen. De politieke kast welteverstaan, want die puilt zo langzamerhand uit van de mensen die niet uit durven te komen voor wat zij voelen, denken en zouden willen zeggen. Uit angst om uit de oh zo inclusieve samenleving verstoten te worden.