Staat de geloofwaardigheid van de staatssecretaris op het spel?
Een onderzoek door BNR wijst uit dat staatssecretaris van Langdurige en Maatschappelijke Zorg, Lucille Maeijer, in haar scriptie teksten van verschillende bronnen zou hebben gekopieerd. Soms werden deze minimaal herschreven om een vloeiend geheel te vormen. Maeijer, die sinds juli staatssecretaris is, gaf geen inhoudelijk commentaar, maar liet via haar woordvoerder weten: "Ik heb hard gewerkt om mijn studie af te ronden. Het schrijven van mijn scriptie heb ik te goeder trouw en met de beste intenties gedaan."

Volgens Michael Hameleers, hoofddocent politieke communicatie, kan op basis van het onderzoek worden gesteld dat er sprake is van fraude. Dit werd vastgesteld met controle-software die ook door universiteiten wordt gebruikt om plagiaat op te sporen. Uit de analyse bleek dat 32 procent van de tekst overgenomen was zonder correcte bronvermelding.

Experts die op verzoek van BNR de scriptie beoordeelden, zijn verdeeld over de vraag of dit plagiaat is. Twee van hen vonden het bewijs van academische fraude overtuigend. Emeritus hoogleraar informatierecht Bernt Hugenholtz was scherp in zijn oordeel: "De scriptie is voor een groot deel het resultaat van slim knip- en plakwerk uit diverse op het internet gevonden bronnen. Als ik begeleider was geweest, had ik de scriptie in deze vorm nooit goedgekeurd."

Gijs van Oenen, voorzitter van de examencommissie filosofie in Rotterdam, concludeerde daarentegen dat er geen sprake was van plagiaat. Volgens hem is er weliswaar veel gekopieerd, maar bevat de overgenomen tekst geen 'claim van originaliteit'.

Mocht de Erasmus Universiteit tot de conclusie komen dat er sprake is van academische fraude, dan kan de universiteit besluiten de mastertitel van Maeijer af te nemen. Vooralsnog heeft de universiteit geen officiële reactie gegeven op het onderzoek.