Yaha Sinwar: de illusie van de martelaarsstrijd

Ergens in een bijna ingestorte kamer waar de muren doorzeefd waren met scheuren en het puin zich opstapelde als sedimentlagen, zat Yahya Sinwar misschien nog in een leunstoel. Of misschien lag hij roerloos, onherkenbaar geworden tussen het vallende puin. De exacte locatie deed er niet toe; wat telde was dat hij deel was geworden van het spektakel. Zijn dood in oktober vorig jaar was onvermijdelijk; niemand begreep dat beter dan hijzelf.
Sinwar geloofde dat hij Israël had leren kennen van achter de gevangenismuren. Tenminste, hij dacht dat hij de mysteries ervan had ontrafeld. Hij observeerde en ontleedde de taal; niet alleen de woorden, maar ook de cadans en de stiltes waar angst en autoriteit elkaar ontmoetten. In zijn cel verslond hij de Israëlische televisie en bekeek hij talkshows als een toegewijd onderzoeker. Hij noteerde elk zorgvuldig gekozen woord, elke dreiging die in de retoriek besloten lag en elke subtiele verpakking van twijfel.