Staatssecretaris belooft dat invoeren dienjaar géén stap naar dienstplicht is

De krijgsmacht heeft dringend nieuw personeel nodig. Dat zegt staatssecretaris Gijs Tuinman (BBB). Er staan op dit moment 10.000 vacatures open. En door de oorlogsdreiging in de wereld zal dat aantal alleen maar stijgen stelt Tuinman. Volgend jaar krijgen daarom miljoenen jongeren een brief: of ze interesse hebben in een dienjaar bij Defensie. Tuinman belooft echter dat dit zogeheten dienjaar geen opstap is naar een dienstplicht.
Volgens Tuinman is het niet genoeg om alleen jongeren aan te trekken. Ook de samenwerking met bedrijven is hard nodig. De werkgeversorganisatie VNO-NCW is daarom nauw betrokken bij de plannen van Defensie. Robin Biersma van VNO-NCW zegt: ‘We weten elkaar steeds beter te vinden en staan niet op gespannen voet met elkaar.’
Onlangs sloten Defensie, vakbonden en werkgevers een speciale bepaling in de cao’s: bedrijven kunnen hun personeel makkelijker tijdelijk uitlenen aan Defensie. Dat gaat dan vooral om reservisten, mensen met een burgerbaan die af en toe worden opgeroepen om te helpen bij Defensie. ‘Die bepaling maakt het gemakkelijk voor bedrijven en Defensie om personeel met elkaar uit te wisselen’, zegt Biersma.
Volgens haar zijn er nog veel meer mogelijkheden. Bijvoorbeeld in de techniek: ‘Als een tank in onderhoud moet, dan kun je ook een aanbesteding doen in de technische sector zelf. Het personeel zit daar dan al en trek je niet weg uit het leger.’
Onrust over dienstplicht
In de samenleving heerst bezorgdheid over een mogelijke terugkeer van de dienstplicht. Maar Tuinman benadrukt dat daar geen sprake van is. ‘Wat er nu allemaal in gang wordt gezet, is absoluut geen hink-stap-sprong naar de dienstplicht.’ Hij vindt het dienjaar juist waardevol. ‘Een dienjaar doen bij Defensie kan jongeren wel helpen in hun verdere leven.’
Volgens de staatssecretaris helpt een jaar bij Defensie jongeren om zelfstandiger te worden. ‘Dan heb je wel zelfredzame jongeren in de samenleving. Daar heb je echt wat aan als maatschappij.’
Ook thuis onderwerp van gesprek
Tuinman praat er ook thuis over met zijn eigen kinderen. Hij heeft twee dochters in de puberleeftijd en een jongere zoon. ‘Ze zouden allemaal een dienjaar willen doen en dat steun ik ook als ze dat uiteindelijk zouden gaan doen. Voor henzelf zou het een goede ervaring zijn.’
Hij sluit af met een duidelijke boodschap: ‘De angst om naar het front te worden gestuurd, moet je loslaten.’