Kabinet wil DNA-afname bij arrestatie mogelijk maken

Het kabinet werkt aan een wetswijziging die het mogelijk maakt om DNA-materiaal af te nemen van mensen die zijn aangehouden op verdenking van een misdrijf, nog vóór een rechterlijke veroordeling. Een wetsvoorstel is deze week naar de Tweede Kamer gestuurd. Het plan moet ervoor zorgen dat de DNA-databank beter gevuld raakt en dat veroordeelden minder vaak buiten beeld blijven.
Tot nu toe mag DNA pas worden afgenomen nadat iemand is veroordeeld. Uit onderzoek blijkt echter dat in dertien procent van de gevallen dit alsnog niet gebeurt, vaak omdat de veroordeelde onvindbaar is of zich in het buitenland bevindt. Het kabinet wil dat veranderen.
Volgens het voorstel wordt DNA voortaan al afgenomen op het moment dat iemand in verzekering wordt gesteld, dus kort na de aanhouding. Pas na een eventuele veroordeling wordt het profiel in de databank opgenomen. Als de verdachte wordt vrijgesproken of de zaak wordt geseponeerd, wordt het celmateriaal vernietigd.
De Raad van State heeft zich positief uitgesproken over het wetsvoorstel. De instantie erkent dat het gaat om een vergaande inbreuk op de privacy van verdachten, maar acht het voorstel juridisch verdedigbaar. “De minister heeft voldoende uitgelegd waarom DNA-afname bij arrestatie noodzakelijk is en dat alternatieven niet volstaan”, aldus het adviesorgaan in maart. Toch zijn er zorgen over de opslag van het DNA. Celmateriaal bevat immers gevoelige genetische informatie, en de mogelijkheden voor gebruik zijn omvangrijk. Volgens het kabinet wordt daarom het ruwe DNA-materiaal opgeslagen in een streng beveiligde omgeving en pas verwerkt als er sprake is van een veroordeling.
Over de noodzaak van de wetswijziging zegt minister Van Weel het volgende: “Momenteel wordt van ongeveer 87% van de veroordeelden die onder het bereik van de Wet DNA-V vallen, een DNA-profiel in de DNA-databank opgenomen. Door het moment van afname van celmateriaal te vervroegen, kan dat naar verwachting omhoog gaan naar 96%. Dat kan ervoor zorgen dat er meer zaken worden opgelost omdat DNA dat gevonden is op een plaats delict, mogelijk gekoppeld kan worden aan het DNA-profiel van een veroordeelde.”