Overheid wil onderzoek naar risico's zonlichtblokkering

De Nederlandse overheid vindt het wenselijk dat er meer onderzoek komt naar de mogelijke schadelijke effecten van het kunstmatig blokkeren van zonlicht. Dat blijkt uit Woo-documenten over het programma van het KNMI rond zogeheten Solar Radiation Management (SRM).
De documenten zijn vrijgegeven na een Woo-verzoek over de betrokkenheid van Nederlandse overheidsinstellingen bij actieve klimaatprogramma’s. Daaruit blijkt dat het kabinet geen voorstander is van de toepassing van SRM, maar wél inzet op kennisopbouw over de risico’s ervan.
“De Nederlandse overheid neemt op dit moment de positie in dat het wenselijk is dat onderzoek wordt gedaan naar de negatieve impacts en risico’s van SRM,” zo staat letterlijk in het Woo-document. Ook moet de “expertise ten aanzien van juridische, medische, sociale en ethische aspecten” worden versterkt.
SRM is een verzamelnaam voor technieken waarmee zonlicht wordt weerkaatst of tegengehouden, zodat de aarde minder snel opwarmt. Het kan bijvoorbeeld gaan om het verspreiden van reflecterende deeltjes in de stratosfeer. Deze methoden zijn zeer omstreden, onder meer vanwege mogelijke bijwerkingen, geopolitieke gevolgen en ethische bezwaren.
Niet gericht op uitvoering, maar op kennis
De documenten maken duidelijk dat de Nederlandse overheid geen plannen heeft om SRM actief toe te passen. Wel is er samenwerking met buitenlandse onderzoeksnetwerken om de mogelijke gevaren beter te begrijpen. In een notitie van het KNMI staat dat Nederland meedoet aan een internationaal platform waar wetenschappers informatie uitwisselen over SRM, zoals het Europese SRM-Impact Assessment project.
In een van de stukken schrijft een ambtenaar: “Kennisopbouw vindt vooral plaats in internationale samenwerking.” De nadruk ligt op het analyseren van de wetenschappelijke, juridische en maatschappelijke kanten van SRM, niet op de ontwikkeling of toepassing ervan.
Geen breed publiek debat
In de vrijgegeven stukken zijn geen plannen te vinden voor een publiek debat of parlementaire discussie over SRM. De communicatie lijkt vooralsnog vooral gericht op het ambtelijk en wetenschappelijk circuit. Hoewel termen als ‘geo-engineering’ of ‘klimaatinterventie’ wel in internationale debatten voorkomen, worden ze in deze Woo-documenten nauwelijks genoemd.
De inzet op internationale kennisdeling is begrijpelijk gezien de grensoverschrijdende aard van SRM. Toch kan het ontbreken van actieve publieke communicatie vragen oproepen bij burgers die waarde hechten aan transparantie en politieke controle over risicovolle technologieën.
- Nederland onderzoekt de risico’s van zonlichtblokkering via SRM.
- Het land doet dat via internationale samenwerkingen, maar ontwikkelt zelf geen SRM-technologie.
- In de Woo-stukken worden vooral ambtelijke en wetenschappelijke doelen genoemd.
- Het kabinet noemt kennisopbouw wenselijk, maar ziet SRM niet als beleidsinstrument.
- Er is (nog) geen sprake van breed maatschappelijk debat over dit onderwerp.