Het is inmiddels het tiende kwartaal op rij waarin het aantal jonge bijstandsgerechtigden is gestegen. Dat betekent dat deze groep al 2,5 jaar onafgebroken groeit. Volgens het CBS zijn de stijgingen onder jongeren groter dan bij andere leeftijdsgroepen.

De aanhoudende stijging onder jongeren roept vragen op over het functioneren van het sociale stelsel en het economische beleid. Jongeren met een flexibel contract hebben vaak geen recht op een WW-uitkering, omdat ze onvoldoende arbeidsverleden hebben. Tegelijkertijd vinden veel afgestudeerden niet direct een baan. De bijstand wordt dan het vangnet.

Maar ook dat vangnet wordt inmiddels structureel in plaats van tijdelijk gebruikt, zo lijkt het. De overheid vult het inkomen aan tot het sociaal minimum. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitkering. Niet alleen jongeren doen vaker een beroep op de bijstand. Ook onder mannen steeg het aantal uitkeringen. Eind juni ontvingen 4.100 meer mannen een bijstandsuitkering dan een jaar eerder – een stijging van 2,3 procent. Bij vrouwen was die toename met 0,5 procent bescheidener, al vormen vrouwen nog altijd de meerderheid van de bijstandsontvangers: 229.000 vrouwen tegenover 181.000 mannen.

De cijfers tonen een structureel probleem. Niet alleen groeit het beroep op de bijstand, ook het aandeel werkenden met tijdelijke contracten en zonder uitzicht op vast werk blijft hoog. Vooral jongeren lijken hiervan de dupe.