Duitse experts: werk door tot 73 jaar om pensioenen overeind te houden

De Duitse economie wankelt onder de druk van vergrijzing en een tekort aan werknemers. Volgens de Duitse Raad van Economische Experts moet de pensioenleeftijd de komende decennia fors omhoog — tot 73 jaar in 2060 — om het sociale zekerheidsstelsel overeind te houden. Dit meldt de krant Brussels Signal.
“De pensioenleeftijd moet worden gekoppeld aan de levensverwachting,” schrijven de onderzoekers in hun rapport. “We zullen harder moeten werken als we het sociale stelsel willen behouden zonder toekomstige generaties met nog grotere lasten op te zadelen.”
De raad stelt een geleidelijke verhoging voor: 69 jaar in 2030, 71 in 2035, en 73 vanaf 2041. Volgens hun berekeningen zal het aantal Duitsers van 67 jaar en ouder tegen 2030 met een derde toenemen.
Het omslagstelsel — waarin werkenden de pensioenen van ouderen betalen — komt daardoor zwaar onder druk. Momenteel dragen minder dan drie werkenden bij aan de uitkering van één gepensioneerde. “Zonder aanpassing stort het systeem onvermijdelijk in,” waarschuwen de onderzoekers.
Vergelijking met Denemarken
Buurland Denemarken koos al eerder voor een harde ingreep. Daar wordt de pensioenleeftijd opgetrokken naar 70 jaar in 2040 voor iedereen geboren na 1970. Denemarken kampt met minder ernstige demografische problemen, maar besloot toch vooruit te lopen.
Duitsland heeft intussen te maken met lage productiviteit, verouderde industrieën en een snel krimpende beroepsbevolking. De combinatie van die factoren zorgt voor structurele economische zwakte. “We produceren steeds minder per werknemer,” staat in het rapport.
Regering voert eerste pensioenreform al door
De voorstellen van de raad sluiten aan bij een hervorming die de Duitse regering al in september 2024 goedkeurde. Het kabinet in Berlijn stemde toen in met een pensioenhervorming die werken na de pensioengerechtigde leeftijd aantrekkelijker moet maken, meldt Reuters.
Wie besluit langer te blijven werken, krijgt financiële beloningen. Werknemers die hun pensioen een jaar uitstellen, ontvangen een eenmalige uitkering ter hoogte van de gemiste pensioenbetalingen. Daarnaast worden de werkgeverspremies voor pensioen- en werkloosheidsverzekering rechtstreeks uitgekeerd aan de werknemer — een bruto loonsverhoging van ruim tien procent.
Volgens de regering moet dit helpen om de arbeidsmarkt te versterken. In 2030 zal het aantal werkenden met 6,3 miljoen zijn gedaald ten opzichte van 2010, blijkt uit cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Arbeidsmarktexpert Enzo Weber zei tegen Reuters: “Als we de arbeidsparticipatie van zestigplussers gelijk zouden trekken met die van mensen vijf jaar jonger, dan krijgen we er 2,5 miljoen extra werknemers bij. Dat is een enorm potentieel.”
Politieke weerstand
Een verplichte verhoging van de pensioenleeftijd bleek politiek onhaalbaar binnen de Duitse coalitie van sociaaldemocraten, groenen en liberalen. Daarom kiest de regering voorlopig voor vrijwillige stimulansen in plaats van een wettelijke verhoging.
Toch groeit de druk. Economen waarschuwen dat vrijwillige maatregelen onvoldoende zullen zijn. Tegen 2060 zal de verhouding tussen werkenden en gepensioneerden volgens ramingen dalen tot twee op één.
Economische koerswijziging nodig
De Raad van Economische Experts (Sachverständigenrat) dringt niet alleen aan op een hogere pensioenleeftijd, maar ook op een “groeigerichte structuurverandering”. Duitsland moet opnieuw technologisch leiderschap veroveren in sectoren als biotechnologie, medische technologie en kernenergie.
De onderzoekers stellen dat strenge regels en bureaucratie innovatie afremmen. “Er zijn te veel obstakels voor bedrijven die willen groeien of vernieuwen,” luidt hun kritiek.
Praatmee