Iran legt vijf christenen celstraffen op vanwege hun geloof

In Iran zijn vijf christelijke bekeerlingen veroordeeld tot gevangenisstraffen van ruim acht jaar. De mannen werden volgens de rechtbank schuldig bevonden aan “propaganda tegen het regime” en “activiteiten in strijd met de islamitische wet”. Hun misdaad: het bijwonen van huiskerken, online bijeenkomsten en christelijke trainingen in Turkije, meldt Persecution.org.
De veroordelingen werden op 17 september bevestigd door een Iraanse rechtbank. De vijf mannen – onder wie Hesameddin (Yahya) Mohammad Junaidi, Abolfazl (Benyamin) Ahmadzadeh Khajani en Morteza (Calvin) Faghanpour Sasi – moeten allemaal langdurige gevangenisstraffen uitzitten. De namen van twee anderen blijven geheim, uit angst voor verdere vervolging.
Volgens de organisatie Middle East Concern vallen de aanklachten onder artikelen 500, 500bis en 514 van het Islamitisch Wetboek van Strafrecht. Die wetten verbieden elke vorm van “propaganda tegen de islam” of “belediging van de leider”. De mannen zouden zich schuldig hebben gemaakt aan het bijwonen van huiskerkdiensten, deelname aan online bijeenkomsten en het volgen van christelijke cursussen in Turkije.
Een van de beschuldigingen luidt letterlijk “reclame en propaganda-activiteiten in strijd met de islamitische wet en tegen het regime”. Eén van de veroordeelden kreeg daarbovenop de aanklacht van “belediging van de leiding”.
Arrestaties en veroordeling
De vijf bekeerlingen werden in juni 2024 opgepakt in de regio’s Varamin en Pishva, ten zuiden van Teheran. Na korte tijd kwamen ze vrij op borgtocht, maar hun rechtszaak bleef lopen. Nu is hun hoger beroep afgewezen, waardoor ze definitief de cel in moeten.
De uitspraak volgt kort na de zaak van Mehran Shamloui, een andere christelijke bekeerling die eveneens zijn beroep verloor. Hij moet tien jaar en acht maanden gevangenisstraf uitzitten vanwege zijn geloof.
Strenge wetten tegen bekering
In Iran is het voor moslims verboden om zich tot een andere religie te bekeren. Een moslim die christen wordt, begaat volgens de wet een ernstig misdrijf. Ook het bezitten of verspreiden van Bijbels in het Farsi – de officiële taal van Iran – is strafbaar.
Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken stelt hierover: “De Iraanse wet verbiedt moslims om hun geloof te veranderen of af te zweren. Alleen bekeringen naar de islam worden erkend. Een kind met een moslimvader is automatisch moslim.”
Groeiende ondergrondse gemeenschap
Ondanks het harde optreden groeit het aantal christenen in Iran. De Amerikaanse denktank Hudson Institute verwijst naar cijfers van het Nederlandse onderzoeksbureau Gamaan, dat in 2020 schatte dat er meer dan één miljoen christelijke gelovigen in het land zijn. Volgens de onderzoekers ligt het werkelijke aantal waarschijnlijk nog hoger, omdat veel bekeerlingen hun geloof in het geheim beleven.
De vervolging van christenen kent in Iran een lange geschiedenis. Toch blijven steeds meer Iraniërs zich tot het christendom wenden, ondanks de risico’s van gevangenschap, sociale uitsluiting en geweld. Hun geloof wordt niet openbaar beleden in kerken, maar in huiskamers, online bijeenkomsten en besloten groepen.