EU-burgers behouden wel het recht op een fysiek rijbewijs, dat zij zonder onnodige vertraging moeten kunnen aanvragen. In principe moet dit binnen drie weken worden verstrekt. Het digitale rijbewijs krijgt een plaats in een speciale EU-wallet op de smartphone van de gebruiker. Het document is maximaal vijftien jaar geldig in alle lidstaten. Wanneer het rijbewijs ook dienstdoet als identiteitsbewijs – zoals in Nederland – wordt de geldigheidsduur beperkt tot tien jaar.

Volgens de Europese Commissie moet het nieuwe systeem zorgen voor snellere controle, minder fraude en betere samenwerking tussen lidstaten. Critici waarschuwen echter dat het plan leidt tot meer afhankelijkheid van digitale infrastructuur en toegenomen datarisico’s.

Naast het digitale rijbewijs scherpt Brussel ook de regels voor rijopleidingen aan. Rijinstructeurs moeten voortaan aandacht besteden aan smartphonegebruik in het verkeer, dode hoeken, rijhulpsystemen en het veilig openen van autodeuren.

Leerlingen moeten bewust worden gemaakt van de risico’s van afleiding door telefoons en de gevaren voor kwetsbare weggebruikers, zoals voetgangers, kinderen en fietsers. De nieuwe richtlijn verplicht rijscholen om meer nadruk te leggen op risicobewustzijn en defensief rijgedrag.

Een ander belangrijk onderdeel van de richtlijn is de uitwisseling van informatie over rijontzeggingen. Lidstaten moeten elkaar informeren over rijverboden die zijn opgelegd wegens rijden onder invloed, betrokkenheid bij dodelijke ongevallen of buitensporig hard rijden — dat wil zeggen meer dan 50 kilometer per uur te hard.

Hiermee wil de EU voorkomen dat bestuurders met een rijverbod in het ene land toch achter het stuur kruipen in een ander.