Aan het begin van de zomer hoorde De Winther een D66-prominent zeggen: „De grootste opgave voor Rob is om een voet tussen de deur te krijgen.” Daarmee bedoelde hij dat Jetten vooral zichtbaarheid moest afdwingen in een campagne die werd gedomineerd door PVV, GroenLinks-PvdA, VVD en CDA. Dat is inmiddels gelukt.

De Winther schetst hoe D66, dat in 2023 nog de grootste verkiezingsverliezer was, de laatste weken virtueel groeit. Binnen de partij is zelfs sprake van ‘Robmentum’ – een ironische variant op het begrip momentum. Maar, schrijft hij, die opmars heeft „nauwelijks iets te maken met inhoud.”

Van incident naar imago
De commentator wijst erop dat Jetten vooral profiteerde van toevallige omstandigheden. Toen het D66-partijkantoor werd belaagd tijdens een migratieprotest, grepen talkshows en kranten het onderwerp gretig aan. De partij wist het incident volgens De Winther „uit te melken tot de laatste druppel”, zelfs met een verzoeningsgesprek in een populaire tv-studio.

Daarna hielp het lot opnieuw: Jetten verscheen in een goed bekeken tv-quiz, waardoor hij bij een breed publiek sympathiek overkwam. Toen Geert Wilders zich vervolgens terugtrok uit het RTL-debat, kreeg Jetten alsnog een podium. „Het feit dat hij er was en zich in zeer korte voorbereidingstijd bleek te kunnen meten met opponenten, deed het meeste werk,” schrijft De Winther.

De D66-leider presenteert zich inmiddels met een „gebeitelde lach” en luchtige grapjes, maar achter die opgewekte houding gaat volgens De Winther weinig inhoudelijke vernieuwing schuil. Zo predikt de partij in campagnetijd strengheid op migratie, maar doet ze in haar programma niets aan de instroom.

In de slotpassage van zijn stuk stelt De Winther de vraag of Jetten meer is dan een handige verkoper. Met nog een week tot de verkiezingen lijkt hij eindelijk voet tussen de deur te hebben, maar de commentator betwijfelt of de kiezer hem echt gelooft.