Noors oliefonds stopt tijdelijk met duurzaam beleggen

Het grootste investeringsfonds ter wereld, het Noorse oliefonds, stopt voorlopig met zijn ethische beleggingsbeleid. Het parlement in Oslo stemde begin deze week in met een voorstel van de regering om het beleid te “herzien”, melden Noorse media. De beslissing volgt kort na kritiek vanuit de Verenigde Staten, waar zorgen leven over de verkoop van aandelen in Amerikaanse bedrijven.
Met ruim 21 biljoen Noorse kronen – omgerekend 1,8 biljoen euro – is het oliefonds veruit het machtigste beleggingsfonds ter wereld. Ter vergelijking: het Nederlandse ABP beheert ongeveer een derde daarvan.
Het Noorse oliefonds ging jarenlang voorop op het gebied van ethisch beleggen. Bedrijven die betrokken waren bij oorlog, milieuvervuiling of mensenrechtenschendingen, werden uitgesloten. Maar die morele koers botst nu met economische en politieke belangen.
Volgens minister van Financiën Jens Stoltenberg, de voormalige NAVO-chef, is de wereld veranderd. “De wereld is veranderd sinds de ethische richtlijnen voor het eerst werden aangenomen,” zei hij in het parlement. “De regels moeten worden herzien.”
Stoltenberg stelt dat het huidige beleid het fonds dwingt om belangen in winstgevende bedrijven te verkopen — vooral Amerikaanse techreuzen. “Zonder deze investeringen is het oliefonds niet meer een divers, mondiaal fonds. Dat brengt verhoogde risico’s en een lager rendement met zich mee.”
Het oliefonds levert volgens de minister een kwart van het Noorse overheidsbudget. “Geen andere inkomstenbron is belangrijker voor onze welvaart,” waarschuwde hij.
Amerikaanse druk na verkoop van Caterpillar
De koerswijziging komt twee maanden nadat het oliefonds zijn aandelen in Caterpillar en vijf Israëlische banken van de hand deed. De Noorse centrale bank, die invloed heeft op het fonds, noemde de investeringen “een onaanvaardbaar risico op ernstige mensenrechtenschendingen in conflictsituaties”.
Caterpillar kwam onder vuur te liggen omdat zijn bulldozers worden ingezet bij sloopoperaties in Palestijnse gebieden. De verkoop leidde tot felle kritiek uit Washington. Het Witte Huis sprak zijn “grote bezorgdheid” uit en kondigde overleg aan met de Noorse regering, aldus persbureau Reuters.
Twee maanden later wordt het beleid stilgelegd. Volgens Oslo blijft het ethisch kader “geparkeerd” totdat een nieuw systeem is ontworpen – vermoedelijk met minder strenge duurzaamheidscriteria. Wanneer dat klaar is, is nog onbekend. De Noorse oppositie noemt het besluit “een knieval voor Amerikaanse druk” en waarschuwt voor een “terugval in moreel leiderschap”.
Nederland houdt vast aan eigen koers
Ook het Nederlandse ABP besloot dit jaar zijn aandelen in Caterpillar te verkopen om ethische redenen. Toch kreeg het pensioenfonds geen klachten uit Washington. “We hebben geen kritiek ontvangen van de Amerikaanse regering,” zegt een woordvoerder tegenover NOS.
Het ABP benadrukt dat de stap van Noorwegen geen invloed heeft op het eigen beleid. Nederland blijft dus vasthouden aan duurzame criteria.





















































