Nederland onthoudt zich van stemming over nieuw EU-voorstel dat deur naar chatcontrole openlaat

Nederland kiest ervoor om zich te onthouden van stemming over een aangepast Europees voorstel dat opnieuw de discussie aanwakkert over controle van online berichten. Dat schrijft demissionair minister Van Oosten aan de Tweede Kamer. Het gaat om een plan waarin permanente vrijwillige detectie van chatberichten wordt toegestaan en waarin appstores en chatdiensten verplicht leeftijdsverificatie moeten invoeren als zij een verhoogd risico vormen.
De Europese Commissie probeert al langer een basis te leggen voor controle van berichtendiensten. Dat zou moeten helpen bij de bestrijding van kindermisbruik. Lidstaten zijn echter sterk verdeeld, waardoor er nog geen onderhandelingen kunnen plaatsvinden tussen Commissie, Parlement en de overheden van de EU-lidstaten.
Denemarken presenteerde eerder een voorstel dat chatdiensten zelfs kon verplichten om berichten te controleren. Dat leidde tot stevige kritiek, vooral vanwege de bedreiging voor end-to-end encryptie. Omdat te weinig lidstaten het voorstel wilden steunen, werd het uiteindelijk niet in stemming gebracht.
Inmiddels ligt er een aangepast voorstel. De expliciete verplichting is verdwenen, maar chatcontrole blijft mogelijk. Volgens Brussel moeten bedrijven de ruimte krijgen om, op eigen initiatief, berichten te onderzoeken op misbruikmateriaal. Een tijdelijke uitzondering in de ePrivacy-richtlijn, die nu al detectie toestaat, zou daarmee permanent worden. Die tijdelijke regeling vervalt in april volgend jaar.
Het voorstel gaat verder. Diensten die misbruikmateriaal aantreffen, moeten maatregelen nemen, dit melden bij een nieuw EU-centrum en het materiaal zo snel mogelijk verwijderen. Ook moeten appstores en chatdiensten leeftijdsverificatie instellen als er volgens Brussel een “aanzienlijk risico” op grooming bestaat. Lidstaten worden daarnaast verplicht een autoriteit aan te wijzen die verwijder- en blokkeringsbevelen kan aanvragen.
Nederland houdt grote zorgen. Van Oosten zegt dat er rekening moet worden gehouden met staatsrechtelijke bezwaren, de digitale veiligheid en de privacy van burgers. Volgens hem is het permanent maken van vrijwillige detectie riskant, omdat daarmee een periodieke herbeoordeling verdwijnt. Ook benadrukt hij dat niet alle Nederlandse bezwaren zijn weggenomen, ondanks dat de verplichting tot detectie uit het voorstel is geschrapt.
Daarom zal Nederland op 26 november niet voorstemmen, maar zich onthouden van stemming. De EU-lidstaten moeten dan een positie bepalen voordat het voorstel officieel behandeld kan worden in de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken.



















































