VS kan in theorie toegang krijgen tot data van Nederlandse belastingbetalers

De Verenigde Staten kunnen in theorie toegang krijgen tot gegevens van Nederlandse belastingbetalers. Dat bevestigt minister Eelco Heinen in zijn antwoorden op Kamervragen over de overstap van de Belastingdienst naar Microsoft 365. Aangezien Amerikaanse bedrijven onder wetten als de CLOUD Act vallen, kunnen Amerikaanse autoriteiten gegevens opvragen – óók wanneer die data fysiek in Europa staat opgeslagen. De minister benadrukt wel dat het risico volgens juridisch onderzoek “(heel) klein” is.
De minister bevestigt dat de stap naar Microsoft 365 “inderdaad een vergroting van de afhankelijkheid van de Verenigde Staten” betekent. Toch benadrukt zij dat ook alternatieven, zoals eigen systemen of hybride oplossingen, in de praktijk óók sterk leunen op Amerikaanse infrastructuur.
Om risico’s te beperken heeft de Belastingdienst een exitstrategie opgesteld voor een snelle overstap naar een andere omgeving. Documenten kunnen lokaal worden bewaard en er zijn noodprocedures voor acute geopolitieke crisis. Over die strategie zegt de minister: ze wordt alleen vertrouwelijk met de Kamer gedeeld.
Onhoudbare situatie zonder Microsoft 365
De overstap is volgens de minister vooral ingegeven door een technisch probleem. Tussen 2021 en 2025 zijn 40.000 nieuwe werkplekken uitgerold bij de Belastingdienst, Douane en Toeslagen. Die werkplekken zijn ontworpen voor Microsoft 365, maar worden nog gekoppeld aan oude systemen.
Dat leidt tot wat de minister “workarounds” noemt: omslachtige processen die weer leiden tot “productiviteitsverlies”. Een terugkeer naar oude systemen is volgens haar niet realistisch, omdat die systemen achterhaald en inefficiënt zijn.
Een Europees alternatief, zoals de Kamer meermaals vroeg, is volgens de minister niet beschikbaar. En áls er in de toekomst wél een levensvatbare oplossing komt, dan duurt de invoering “twee tot drie jaar”. In die periode blijft de huidige knelachtige situatie bestaan.
Waarom geen Europese oplossing?
De Kamer wilde weten hoeveel Europese alternatieven er precies zijn onderzocht. De minister verklaart dat er bij de start van het traject in 2021 vrijwel niet is gekeken naar Europese software, omdat geopolitieke spanningen toen nog geen hoofdrol speelden. De Belastingdienst koos voor “de toen geldende marktstandaard” van Microsoft Windows 11 en M365.
Sindsdien wordt wel naar alternatieven gekeken, onder meer naar “Mijn Bureau”, een open-source overheidsplatform dat wordt ontwikkeld door BZK. Maar dat project staat nog in een “vroege testfase”.
Risico’s door Amerikaanse wetgeving blijven bestaan
De minister erkent dat Amerikaanse bedrijven ook buiten de VS moeten voldoen aan wetten als de CLOUD Act en FISA. Dat betekent dat de Amerikaanse overheid in theorie toegang kan vragen tot gegevens van Nederlandse burgers, zelfs als die in Europese datacenters staan.
Toch stelt zij, onder verwijzing naar juridisch onderzoek, dat dit risico in de praktijk “(heel) klein” wordt geacht. Staatsgeheime informatie wordt sowieso niet in de cloud opgeslagen.
Wat gaat er precies naar de cloud?
Volgens de minister betreft de overstap uitsluitend de kantoorautomatisering: e-mail, Teams, OneDrive en interne communicatie. Kernapplicaties voor belastingheffing, inning en opsporing blijven draaien in de eigen datacenters van de Belastingdienst.
Rulings en andere gevoelige informatie worden opgeslagen in aparte systemen die binnen Nederland blijven. Voor het delen van gevoelige documenten blijft de dienst gebruikmaken van de eigen “Belastingdienst-file-transfer”.
Veel documenten waar de Kamer om vroeg, zoals risico-analyses, aanvullende contractafspraken en de volledige exitstrategie, worden alleen vertrouwelijk ter inzage gelegd. De onderliggende documentatie over Europese alternatieven bestaat slechts beperkt, omdat die in 2021 niet systematisch zijn onderzocht.
De Belastingdienst start binnenkort met de uitrol van Microsoft 365. Een pauze of stopzetting, zoals sommige Kamerleden willen, noemt de minister “niet zonder consequenties”. Het zou leiden tot miljoenen aan nieuwe kosten en nog jarenlange inefficiëntie. Daarmee kiest het ministerie uiteindelijk voor uitvoering van een besluit dat technisch al was ingezet, ondanks geopolitieke bezwaren.






















































