EU neemt Meloni's beleid over: migranten straks naar ‘terugkeercentra’ buiten Europa

De Europese Unie zet een nieuwe stap in het aanscherpen van het migratiebeleid. Lidstaten hebben maandag steun uitgesproken voor een pakket maatregelen dat strengere controles moet opleveren en terugkeerprocedures moet versnellen. Het meest in het oog springend is het plan voor “terugkeercentra” buiten de EU, waar afgewezen asielzoekers naartoe zouden worden gestuurd. De voorstellen komen in een periode waarin veel regeringen vrezen voor electorale winst van radicaal-rechtse partijen en daarom zichtbare daadkracht willen tonen.
In Brussel klinkt intussen dezelfde taal als in Rome. Met de nieuwe plannen voor zogeheten terugkeercentra buiten de EU schuift Europa merkbaar op richting de harde migratielijn van Giorgia Meloni. Italië experimenteerde al met opvang- en terugkeercentra in Albanië, en die aanpak — ooit omstreden en juridisch wankel — wordt nu op Europees niveau feitelijk overgenomen. De boodschap is duidelijk: strenger migratiebeleid moet laten zien dat de Unie controle heeft, en dat komt opvallend dicht in de buurt van het model dat Meloni de afgelopen jaren voorschreef.
Het pakket bestaat uit drie hoofdmaatregelen, meldt France24. Allereerst wil de Europese Commissie ruimte creëren om centra op te zetten buiten de EU. In deze zogenoemde terugkeerhubs zouden migranten verblijven van wie de asielaanvraag binnen Europa is afgewezen. Zij zouden vanuit deze landen gemakkelijker kunnen worden uitgezet.
Daarnaast krijgen lidstaten de mogelijkheid om zwaardere straffen op te leggen aan migranten die weigeren het Europese grondgebied te verlaten. Dat kan betekenen dat zij langer in detentie worden vastgezet. Ook wil de EU migranten kunnen terugsturen naar landen die niet hun geboorteland zijn, maar die wél als ‘veilig’ worden beschouwd.
Hoewel het aantal irreguliere binnenkomsten in 2025 tot nu toe met ongeveer twintig procent is gedaald ten opzichte van vorig jaar, voelen veel regeringen zich genoodzaakt om het beleid nog verder aan te scherpen.
Politieke druk
EU-migratiecommissaris Magnus Brunner benadrukte dat de Unie sneller moet handelen. “We moeten tempo maken om mensen het gevoel te geven dat we grip hebben op wat er gebeurt.”
De voorstellen komen slechts enkele maanden nadat een omvangrijke nieuwe migratiewet werd aangenomen die vanaf juni in werking treedt. Toch vinden veel lidstaten dat er meer nodig is. Denemarken, dat dit halfjaar het roulerend voorzitterschap bekleedt, duwt al langer richting strengere terugkeerprocedures en heeft in Brussel veel steun gevonden.
Een EU-diplomaat zegt dat er “een breed gedeelde politieke wens” bestaat om nu door te pakken. In het Europees Parlement is er al voorlopige steun van zowel centrumrechtse als radicaal-rechtse fracties.
Felle kritiek van hulporganisaties
Hulporganisaties reageren geschokt op de nieuwe plannen. Silvia Carta van PICUM, een organisatie die opkomt voor ongedocumenteerde migranten, waarschuwt voor de gevolgen. Volgens haar schuift de EU migranten steeds verder richting onveilige situaties. “In plaats van te investeren in veiligheid, bescherming en inclusie kiest de EU voor beleid dat meer mensen in gevaar en juridisch limbo brengt,” zegt ze.
Ook binnen de EU heerst verdeeldheid. Frankrijk twijfelt aan de juridische houdbaarheid van de terugkeerhubs. Spanje stelt dat eerdere proefprojecten van andere landen nauwelijks resultaat opleverden. Toch lijken deze bedenkingen de voortgang niet te vertragen.
Lastige gesprekken over herverdeling
Naast het nieuwe pakket liggen er nog andere hoofdpijndossiers op tafel. Ministers moeten beslissen over de verdeling van minstens 30.000 asielzoekers binnen de EU. Het is onderdeel van een nieuw “solidariteitssysteem” waarmee landen als Griekenland en Italië – die veel opvangdruk ervaren – moeten worden ontlast.
Landen die geen asielzoekers willen opnemen, kunnen kiezen voor een financiële bijdrage van 20.000 euro per persoon. In de praktijk blijft deze herverdeling echter politiek uiterst gevoelig.
“Er zijn maar weinig ministers die straks voor de camera’s willen zeggen: ‘Prima, ik neem er 3.000 bij’,” aldus een Europese functionaris. Toch staat Brussel onder grote tijdsdruk om nog vóór het einde van het jaar tot een akkoord te komen.





















































