VVD zit in geldnood; zoekt naar manieren om meer geld binnen te halen

De VVD zoekt naar manieren om de partijkas weer op orde te krijgen. Tijdens de algemene ledenvergadering in Bussum werd duidelijk dat de financiële ruimte vrijwel op is. Minder leden en minder zetels zorgen al jaren voor dalende inkomsten. Het partijbestuur ziet daarom een verplichte afdracht van VVD-bestuurders als een serieuze optie.
Penningmeester Lex Janssen schetste een somber beeld. Volgens hem is er de afgelopen tijd al stevig gesneden in de uitgaven. In totaal werd zo’n 800.000 euro bezuinigd. "De rek is er wel uit”, zei hij tegen de leden. Een verhoging van de contributie ziet hij niet zitten, omdat die volgens hem al tot de hoogste van alle partijen behoort. Daarmee blijft volgens Janssen weinig anders over dan praten over een afdracht.
Het idee is dat politieke bestuurders van de VVD een percentage van hun inkomen afstaan aan de partij. Een afdracht van 3,5 procent zou jaarlijks ongeveer 2 miljoen euro kunnen opleveren. Tegelijkertijd leeft de zorg dat zo’n maatregel lokale afdelingen raakt. Gemeenteraadsleden en wethouders dragen nu vaak al bij aan lokale campagnes. Janssen waarschuwde dat die afdelingen niet mogen worden “uitgehold”, maar benadrukte ook dat ledenwerving geld kost.
Binnen de partij klinkt steun voor het voorstel. Annemarie Jorritsma sprak zich duidelijk uit: "Het moet gewoon.” Ook Jan Anthonie Bruijn zei geen moeite te hebben met een afdracht. Bij andere partijen is zo’n regeling al langer gebruikelijk, werd daarbij opgemerkt.
Toch was er ook kritiek. Commissaris van de Koning Arthur van Dijk stelde dat de partij zich vooral moet afvragen waarom duizenden leden zijn vertrokken. "Er is best veel kritiek in de partij”, zei hij tegen WNL. Volgens Van Dijk moet de VVD eerst het gesprek met de leden aangaan, voordat nieuwe financiële verplichtingen worden opgelegd.
De nieuwe partijvoorzitter Tim van Nimwegen verwacht dat de oplossing uit meerdere maatregelen zal bestaan. Bezuinigen blijft nodig, maar ook extra inkomsten zijn onvermijdelijk. „Daar kan afdracht een onderdeel van zijn”, aldus Van Nimwegen. Hij ziet daarnaast kansen in sponsoring en andere vormen van financiering.














































