NAVO-fonds keerde onder toezicht van prins Constantijn tonnen aan bonussen uit

Het NAVO Innovatiefonds (NIF) heeft in 2023 ruim een half miljoen euro aan bonussen uitgekeerd, zonder vastgestelde prestatiecriteria. Dat gebeurde onder toezicht van prins Constantijn. Het fonds stimuleert innovatie in defensietechnologie met publiek geld. De gang van zaken roept vragen op over toezicht, transparantie en belangenverstrengeling, meldt Follow The Money.
De vijf partners van het fonds ontvingen over 2023 ieder een bonus van 112.500 euro. Inclusief vaste vergoedingen keerde de Nederlandse tak van het NIF in 2023 en 2024 jaarinkomens uit van respectievelijk 7,8 en 8,7 ton per partner. Twee partners keerden zichzelf in 2024 ook een directeursvoorschot uit van 1,5 ton. Daarmee kwam hun jaarvergoeding boven de één miljoen euro uit.
Bonussen zonder normen
Dat deze bedragen bekend zijn, komt door een uitspraak van de rechtbank Amsterdam begin juli. Die volgde op een conflict tussen het fonds en voormalig partner Thorsten Claus. De rechter oordeelde dat het ontbreken van prestatienormen juridisch ‘aanvaardbaar’ was, omdat het fonds zich nog in een ‘opstartfase’ bevond.
In de wereld van durfkapitaal is dat volgens meerdere fondsen zeer ongebruikelijk. Bonussen worden normaal uitgekeerd op basis van prestaties en rendement. Of investeringen iets opleveren, wordt vaak pas na zes jaar duidelijk. Bonussen in de eerste jaren zijn daarom opvallend.
Naast de bonussen ontvangen de partners maandelijks ruim 56.000 euro salaris. Dat bedrag wordt door experts als buitenissig omschreven, zeker omdat het fonds werkt met publiek geld. Voor veel vergelijkbare fondsen gelden geen duidelijke beloningsregels en is de Wet normering topinkomens niet van toepassing.
Complexe structuur en toezicht
Het NIF opereert vanuit Luxemburg, maar heeft een Nederlandse uitvoeringstak in Amsterdam en een Britse tak in Londen. De partners hebben een arbeidscontract in Amsterdam. Twee van hen ontvangen extra vergoedingen vanuit Londen. Daarnaast hebben zij via Luxemburg recht op winstdeling van 25 procent.
Prins Constantijn houdt toezicht op het fonds. Sinds juli 2025 is hij ook bestuurder bij het Luxemburgse moederfonds. Daarmee combineert hij toezicht en bestuur. In een Kamerdebat zei premier Dick Schoof hierover: ‘Zijn functie is de facto ongewijzigd.’ Emeritus hoogleraar staatsrecht Paul Bovend’eert is het daar tegenover Follow The Money niet mee eens. Hij zegt: ‘Toezichthouder is een andere baan dan fondsbestuurder.’
Hoge kosten en weinig uitleg
Uit stukken blijkt dat het fonds ook hoge onkosten maakt. De Nederlandse bv gaf twee jaar op rij circa 280.000 euro uit aan ‘apparatuur’. Dat komt bovenop 350.000 euro die de Britse tak in zeventien maanden uitgaf aan kantoormeubilair. Samen gaat het om bijna een miljoen euro.
Waar die uitgaven op zijn gebaseerd, blijft onduidelijk. Ook over een vermeend regionaal kantoor in Warschau bestaat weinig helderheid. Documenten wijzen op een virtuele constructie. Er is geen bekend adres en medewerkers werken vanuit Amsterdam of Londen.
Rechtszaak en kritiek
Thorsten Claus stapte naar de rechter omdat voor hem ‘niet duidelijk was aan welke criteria hij moest voldoen om in aanmerking te komen voor een bonus’. Hij kreeg over 2024 minder dan collega’s. Het fonds kon dat niet uitleggen en handelde volgens de rechter ‘in strijd met goed werkgeverschap’.
Na de uitspraak liet Claus weten dat ‘de rechterlijke uitspraak voor zichzelf spreekt’ en dat hij verder geen commentaar geeft. Ministeries verwijzen vragen van Follow The Money door naar het fonds. Het NIF weigert inhoudelijk te reageren. Over mogelijke belangenconflicten blijft veel onduidelijk.

















































