Iran veroordeelt vijf christenen tot zware celstraffen

Vijf Iraanse christenen die zich vanuit de islam tot het christendom bekeerden, zijn door een rechtbank in Teheran veroordeeld tot zware gevangenisstraffen. Samen kregen zij meer dan vijftig jaar cel opgelegd. Onder hen is een vrouw die ernstig ziek is en in de gevangenis haar rug brak, maar desondanks vast blijft zitten. Mensenrechtenorganisaties spreken van een patroon van repressie tegen vreedzame geloofsuitoefening.
De veroordelingen werden uitgesproken door de Revolutionaire Rechtbank in Teheran. Volgens de Britse mensenrechtenorganisatie Article 18 zijn de vijf christenen schuldig bevonden aan zogenoemde misdrijven tegen de nationale veiligheid. In werkelijkheid gaat het om huisgemeenten, online christelijke activiteiten en het delen van religieuze teksten.
De veroordeelden zijn huisgemeenteleider Joseph Shahbazian, zijn vrouw Lida Shahbazian, Nasser Navard Gol-Tapeh, Aida Najaflou en een vijfde vrouw van wie de naam niet openbaar is gemaakt. Lida Shahbazian kreeg een gevangenisstraf van acht jaar. De andere vier kregen elk tien jaar cel. Minstens twee van hen, onder wie Aida Najaflou, kregen daarbovenop nog eens vijf jaar extra straf wegens “samenspanning en samenwerking”.
Ernstig zieke vrouw blijft vastzitten
Bijzonder zorgwekkend is de situatie van Aida Najaflou, een 44-jarige vrouw met ernstige gezondheidsproblemen. Zij lijdt aan reumatoïde artritis en raakte eind oktober zwaar gewond in de beruchte Evin-gevangenis in Teheran. Najaflou viel in de nacht van haar bovenbed en brak daarbij een wervel in haar rug.
Zij werd naar het ziekenhuis gebracht voor onderzoek, maar keerde diezelfde dag nog terug naar de gevangenis. Dat gebeurde per brancard. Artsen adviseerden een operatie, maar die werd niet uitgevoerd. Volgens Artikel 18 verkeerde zij bij terugkeer nog steeds in hevige pijn.
Sinds haar val is Najaflou meerdere keren opnieuw in het ziekenhuis behandeld. De meest recente opname was vanwege een geïnfecteerde operatiewond, terwijl zij nog altijd gedetineerd is. Mensenrechtenorganisaties noemen haar medische situatie zorgwekkend en stellen dat zij niet de zorg krijgt die nodig is.
Uitspraak pas weken later bekendgemaakt
De straffen werden al op 21 oktober opgelegd door rechter Abolghasem Salavati, verbonden aan afdeling 15 van de Revolutionaire Rechtbank. Toch kregen de veroordeelden pas weken later mondeling te horen wat hun straf was. Dat gebeurde eind november en begin december.
Rechter Salavati is geen onbekende naam. Hij werd in 2019 door de Verenigde Staten op een sanctielijst geplaatst vanwege zijn rol in ernstige mensenrechtenschendingen. Hij staat bekend om zware straffen in politieke en religieuze zaken.
De veroordeelden zijn van plan in beroep te gaan. Mensenrechtenorganisaties betwijfelen echter of zij een eerlijke behandeling zullen krijgen.
Kritiek op gebrek aan eerlijk proces
Volgens Article 18 vertoont de zaak alle kenmerken van een oneerlijk proces. Directeur Mansour Borji wijst op lange voorlopige hechtenis, hoge borgsommen en het gebruik van vage veiligheidsartikelen om religieuze activiteiten strafbaar te maken.
“Het proces vertoonde veel tekenen van een gebrek aan rechtsbescherming,” zegt Borji tegenover Christian Daily International. “In de dossiers worden het verspreiden van Bijbels, christelijke teksten en het delen van geloofsopvattingen gebruikt als bewijs voor zware straffen.”
Volgens hem laat deze zaak zien hoe religieuze praktijk wordt gelijkgesteld aan een bedreiging voor de staat. “Vreedzame geloofsactiviteiten worden gepresenteerd als nationale veiligheidsrisico’s.”
Beperkingen voor christenen in Iran
In Iran is vrijheid van godsdienst sterk beperkt. Alleen etnische Armeniërs en Assyriërs die als christen zijn geboren, worden officieel erkend als christenen. Voor Iraniërs die zich vanuit de islam tot het christendom bekeren, is geen wettelijke ruimte.
Bekering van de islam wordt door de autoriteiten gezien als een bedreiging voor de islamitische orde. Christelijke samenkomsten in huisgemeenten zijn verboden. Ook online geloofsuitingen en het delen van religieuze teksten kunnen leiden tot vervolging.
Mensenrechtenorganisaties melden al jaren dat bekeerlingen worden gevolgd, gearresteerd en veroordeeld. De huidige zaak past volgens hen in een breder patroon van onderdrukking.














































