Het is de laatste en definitieve uitspraak van het Hof in een kwestie dat al jaren speelt. De zaak ging over een moslima die te horen kreeg dat ze geen hoofddoek mocht dragen toen ze solliciteerde naar een stage van zes weken bij een Belgisch bedrijf.
Het bedrijf hanteerde een neutraliteitsregel, wat inhield dat hoofdbedekking niet was toegestaan. De moslima vond dat er sprake was discriminatie en stapte naar een rechtbank in België. De Belgische rechtbank schakelde vervolgens het Europese Hof in voor advies.
Dat advies luidt nu als volgt: "De interne regel van een onderneming die het zichtbaar dragen van religieuze, filosofische of spirituele tekens verbiedt, vormt geen directe discriminatie indien zij algemeen en ongedifferentieerd op alle werknemers wordt toegepast."