Dit zegt de directeur van het Verzetsmueum, Karlien Metz, bij het NPO Radio 1-programma Dit is de Dag. Ze legt uit dat bij de oprichting van het Verzetsmuseum veel verzetshelden waren betrokken. Al daar bleek dat de term 'verzetsheld' problematisch was, stelt ze: "Onze directeur heeft veel van hen gekend. Zij hadden zelf vrijwel altijd een hekel aan de term 'held'."
Van den Brink zegt: "Dat snap ik, want dat ga je natuurlijk niet over jezelf zeggen. Maar dat kunnen wij toch wel over hen zeggen?"
Metz is het er echter niet mee eens: "Wij vinden het wel belangrijk om soms de heldhaftige daden van deze mensen te laten zien, maar om ze wel vooral als mensen te portretteren. Want het idee van een "held" heeft iets onfeilbaars, en het staat ook verder af van de mensen, denken wij. Maar door ze als gewone mensen met twijfels en fouten neer te zetten, brengen wij de geschiedenis en hun verhalen dichterbij. Wij denken dat dat juist inspirerend werkt."
Historicus Wim Berkelaar toont zich enigszins begripvol, maar verder wel kritisch. Hij erkent dat als een verzetsheld zelf liever niet als "held" wil worden uitgeduid, dit zijn goed recht is. Maar hij benadrukt ook: "Een held hoeft geen heilige te zijn."
BVNL-Kamerlid Wybren van Haga reageert echter een stuk kritischer. Hij roept op om "de waanzin van het Verzetsmuseum" meteen te laten stoppen. Hieraan voegt hij toe: "Wat een afschuwelijke vorm van wokisme en wat een oorvijg richting diegenen die hun leven gaven of in de waagschaal legden voor onze vrijheid. Helden verdienen het om geëerd te worden. Als dat ook al niet meer kan, wat blijft er dan nog over?"