Kabinet schuift btw-problemen af op werkende Nederlander
Het kabinet verhoogt in 2026 tijdelijk de belasting voor alle werkenden. Dit is nodig om een begrotingsgat van 135 miljoen euro te dichten. Het probleem ontstond door felle tegenstand in de Eerste Kamer tegen het plan om btw op cultuur, sport en boeken te verhogen. Staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen (Fiscaliteit) maakte dit bekend in een brief aan de Tweede Kamer.
Het kabinet wilde het btw-tarief voor onder meer concert- en festivaltickets verhogen van 9 naar 21 procent. Deze maatregel zou vanaf 2026 gelden en ook van toepassing zijn op kaartjes die in 2025 worden gekocht voor evenementen in 2026. De oppositie kwam hiertegen in opstand, met name vanwege de impact op cultuur en sport. Het belastingplan dreigde hierdoor te sneuvelen in de Eerste Kamer.
In reactie daarop beloofde het kabinet de oppositie om in het voorjaar van 2025 serieus te zoeken naar een alternatief voor de omstreden btw-verhoging. Om tegemoet te komen aan de oppositie, is besloten het overgangsrecht voor de periode van 1 januari tot 1 juli 2026 te schrappen. Dit betekent dat kaartjes die in 2025 worden gekocht, niet onder het verhoogde tarief vallen.
Het schrappen van dit overgangsrecht kost de schatkist 135 miljoen euro. Om dit bedrag te compenseren, verhoogt het kabinet het belastingtarief in de eerste en tweede schijf van de inkomstenbelasting tijdelijk met 0,03 procentpunt. Voor werkenden betekent dit een extra belasting van maximaal twee tientjes in 2026.
De maatregel is volgens Van Oostenbruggen een 'technische invulling' om de inkomstenderving op te vangen. Als er in het voorjaar van 2025 een alternatief wordt gevonden voor de btw-verhoging, kan deze tijdelijke belastingmaatregel weer worden ingetrokken.