Supermarkten maken winst, consument betaalt de rekening
De prijzen van bekende A-merken zoals Calvé, Iglo en Lay's zijn het afgelopen jaar opnieuw flink gestegen. Gemiddeld betaalt de consument nu 8 procent meer dan een jaar geleden, en sinds 2020 zijn de prijzen zelfs met ruim 40 procent toegenomen. Dat blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond, die honderd A-merkproducten bij dertien supermarktketens onder de loep nam.
Terwijl de prijzen van budget- en huismerken grotendeels stabiel bleven, lopen de verschillen tussen dure merkproducten en voordelige alternatieven verder op.
Prijsstijgingen bij A-merken
Opvallende prijsstijgingen zijn onder meer te zien bij producten die veel in Nederlandse huishoudens worden gebruikt. Iglo spinazie à la crème spant de kroon met een stijging van 51 procent ten opzichte van vorig jaar. Andere forse stijgers zijn:
Deze prijsstijgingen zijn opmerkelijk omdat vorig jaar een lichte daling zichtbaar was. Maar dit jaar is de trend weer omgeslagen.
Huismerken blijven stabiel
In tegenstelling tot de bekende A-merken zijn de prijzen van huis- en budgetmerken vrijwel gelijk gebleven. Bij supermarkten als ALDI, Dirk en Vomar zijn huismerken zelfs tot 8 procent goedkoper dan gemiddeld. Daarentegen betaal je bij ketens als Spar en Poiesz fors meer voor eigen merkproducten. Zo liggen de prijzen bij Poiesz 24 procent boven het gemiddelde.
Een overzicht van de goedkoopste huismerken:
Sinds 2020 zijn de prijzen van huismerken weliswaar met gemiddeld 30 procent gestegen, maar A-merken zijn in dezelfde periode met 42 procent duurder geworden. Hierdoor is het prijsverschil tussen de bekende merken en goedkopere alternatieven alleen maar groter geworden.
Op dit moment kosten A-merken gemiddeld 54 procent meer dan hun huismerkvariant. Vooral bij non-foodartikelen, zoals wasmiddelen en shampoo, zijn de verschillen het meest zichtbaar.