Minister Keijzer breekt met stroperigheid: 24 gebieden aangewezen voor woningbouw

Demissionair minister voor Volkshuisvesting Mona Keijzer (BBB) zet het mes in de lange doorlooptijden van woningprojecten. Met de aanwijzing van 24 zogeheten ‘versnellingsgebieden’ wil ze de woningbouw uit het slop trekken. In deze gebieden moet het sneller, efficiënter en met minder bureaucratie. De minister wil al dit jaar vijf ‘doorbraken’ realiseren, zodat in 2026 de bouw van 100.000 woningen zeker is gesteld.
De bouwplannen richten zich op regio’s met nijpende woningnood: Noord-Holland, Zuid-Holland, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland en Flevoland. Volgens het ministerie zijn dit plekken waar én ruimte is én de urgentie hoog. “Het duurt nu vaak zeven tot tien jaar voordat er een huis staat. Dat moet echt sneller,” aldus Keijzer in een Kamerbrief.
De minister wil af van het eindeloze gepolder tussen gemeenten, ontwikkelaars en woningcorporaties. Door zich als rijksoverheid actief te bemoeien met de projecten, hoopt ze knopen sneller te kunnen doorhakken. “Hoe kan het wél?” is volgens Keijzer de nieuwe benadering. De praktijk moet uitwijzen wat een ‘doorbraak’ precies is, maar de focus ligt op het concreet krijgen van plannen en het versnellen van procedures.
De woningnood is inmiddels zichtbaar op straat en in huiskamers. Tienduizenden Nederlanders staan al jaren op wachtlijsten. Betaalbare huurwoningen zijn schaars. In sommige steden bedraagt de wachttijd meer dan vijftien jaar. In een videoreportage vertelde een vrouw dat zij genoodzaakt is om samen te wonen met haar ex-man, terwijl er geen contact meer is. De situatie is schrijnend, maar niet uniek.
De aangewezen gebieden liggen verspreid over het land. Zo zijn er plannen voor Almere (Oosterwold en Pampus), Amersfoort, Arnhem, Breda, Den Haag, Ede, Wageningen, Eindhoven, Haarlemmermeer, Hoeksche Waard, Katwijk, Lelystad, Nijmegen, Heumen, Purmerend, Rotterdam, Den Bosch, Schiedam, Tilburg, Oisterwijk, Utrecht, Zaanstad, Lansingerland, Zoetermeer en Zuidplas. Sommige projecten omvatten meerdere gemeenten.
De aanpak vereist volgens Keijzer dat gemeenten, woningcorporaties en bouwers hun samenwerking intensiveren. Gemeenten moeten snel bestemmingsplannen aanpassen. Corporaties moeten sneller investeren. En bouwers moeten zorgen voor haalbare ontwerpen. “Er is géén tijd meer voor uitstel,” zo klinkt het op het ministerie.
Met deze stap zet de BBB-minister zich af tegen jaren van stilstand en stroperigheid. De woningbouw is jarenlang onderhevig geweest aan plannenmakerij, juridische procedures en gebrek aan regie vanuit Den Haag. Keijzer kiest nu voor actieve rijksbemoeienis, iets waar veel partijen al lang om vragen.