25 christenen gedood bij IS-aanslag in Syrische kerk

Een bloedige zelfmoordaanslag heeft zondagavond het leven gekost aan zeker 25 christenen in de Mar Elias-kerk in de Syrische hoofdstad Damascus. Bij de aanval raakten ook 63 mensen gewond, meldt BBC. De dader opende eerst het vuur met een wapen en blies zich vervolgens op in het kerkgebouw, waar op dat moment een avondmis werd gehouden.
Volgens het Syrische ministerie van Binnenlandse Zaken is de aanslag gepleegd door een man die gelieerd zou zijn aan Islamitische Staat (IS). De terreurorganisatie heeft de aanval zelf nog niet opgeëist.
Vernielde kerk, bloed op de muren
Beelden uit de kerk, gelegen in de wijk Dweila, tonen een verwoest altaar, vernielde kerkbanken en glasscherven verspreid over de vloer. Bloedvlekken bedekten de muren. “Iemand kwam van buiten met een wapen en begon te schieten,” vertelt getuige Lawrence Maamari aan persbureau AFP. “Mensen probeerden hem tegen te houden voordat hij zichzelf opblies.”
Een andere ooggetuige, de winkelier Ziad, hoorde eerst schoten, toen een explosie. “We zagen vuur in de kerk en houten banken die helemaal tot bij de ingang lagen,” zegt hij.
“Een hand van het kwaad”
De aanval trof de Grieks-orthodoxe Kerk van de Profeet Elias, vlak bij de historische Bab Sharqi-poort in de oude stad van Damascus. Volgens het patriarchaat werd de bom tot ontploffing gebracht bij de ingang van het gebouw, waardoor zowel bezoekers binnen als buiten slachtoffer werden.
In een verklaring noemt het Grieks-orthodoxe Patriarchaat de aanslag “de verraderlijke hand van het kwaad”. De kerk spreekt over “martelaren die vielen tijdens de avondlijke liturgie” en roept de Syrische autoriteiten op om “volledige verantwoordelijkheid te nemen voor het beschermen van de heiligheid van kerken en de veiligheid van burgers”.
Ook de Griekse premier Kyriakos Mitsotakis sprak zich uit. Hij roept de interim-regering in Damascus op om “concrete maatregelen te nemen voor de bescherming van alle etnische en religieuze minderheden in Syrië”.
Angst en frustratie groeien
De aanslag komt op een moment van grote kwetsbaarheid in Syrië. Sinds de val van president Bashar al-Assad in december, na dertien jaar burgeroorlog, wordt het land geleid door een interim-regering onder leiding van Ahmed al-Sharaa. Deze president, zelf leider van de islamistische groepering Hayat Tahrir al-Sham, heeft herhaaldelijk beloofd religieuze minderheden te beschermen. Maar de feiten spreken die belofte tegen.
In de afgelopen maanden werd Syrië opnieuw opgeschrikt door meerdere sektarische geweldsgolven. Islamitische Staat blijft actief en richt zich vooral op religieuze minderheden zoals christenen en sjiieten.
De VN waarschuwde eerder al dat IS gebruik zou kunnen maken van de machtswisseling in Syrië om opnieuw terrein te winnen. Een rapport uit februari schatte het aantal IS-strijders in Syrië en Irak op 1.500 tot 3.000. Ongeveer 300 daarvan zouden zich ophouden in de centrale Syrische woestijn, van waaruit internationale aanvallen worden gepland.
Internationale verontwaardiging
De internationale gemeenschap reageerde geschokt. De speciale VN-gezant voor Syrië, Geir Pedersen, riep op tot nationale eenheid tegen terreur en extremisme. “Syriërs moeten samen opstaan tegen het doelbewust aanvallen van geloofsgemeenschappen,” verklaarde hij.
De Amerikaanse gezant Tom Barrack ging nog verder: “Deze laffe daden horen geen plek te hebben in het nieuwe weefsel van tolerantie en inclusie dat Syriërs proberen op te bouwen.”
Ook de Arabische Liga liet van zich horen. Secretaris-generaal Ahmed Aboul Gheit sprak zijn afschuw uit over de aanslag en hoopte dat “de Syrische regering in staat zal zijn deze terreurgroepen het hoofd te bieden”.
Het is de eerste keer sinds het aantreden van de interim-regering dat Damascus wordt getroffen door een zelfmoordaanslag van deze omvang. Speciale teams van het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn begonnen met een onderzoek naar de toedracht.