Zonnepaneelbezitters moeten straks betalen om stroom terug te leveren

Huiseigenaren met zonnepanelen gaan mogelijk geld toeleggen op hun eigen stroomproductie. Vanaf 2027 vervalt de salderingsregeling, waardoor consumenten niet langer hun opgewekte stroom mogen wegstrepen tegen hun verbruik. Verschillende energieleveranciers rekenen nu al met nieuwe tarieven – en die pakken voor veel huishoudens negatief uit.
Volgens Vereniging Eigen Huis (VEH) is dat een klap voor gezinnen die hebben geïnvesteerd in verduurzaming. Directeur Cindy Kremer noemt de ontwikkeling tegenover AD “onacceptabel”.
Negatieve vergoeding bij twee energieleveranciers
Bij Innova Energie en Gewoon Energie betalen klanten vanaf 2027 netto geld om stroom terug te mogen leveren. Voor elke kilowattuur ontvangen zij 5,9 cent, maar betalen 11,5 cent aan terugleverkosten. Per saldo betekent dat een verlies van 5,6 cent per kWh. Een huishouden dat jaarlijks 2000 kilowattuur teruglevert, betaalt dan ruim 112 euro aan kosten in plaats van opbrengst.
Vergelijkingssite Keuze.nl meldt dat inmiddels zeven leveranciers hun tarieven voor 2027 hebben bekendgemaakt. Alleen bij vijf daarvan blijft de vergoeding nog net positief – tussen de 0,25 en 1,41 cent per kilowattuur.
‘Mensen worden gestraft voor verduurzaming’
De VEH waarschuwt dat dit beleid het draagvlak voor de energietransitie ernstig ondermijnt. “Mensen worden op deze manier financieel gestraft voor het verduurzamen van hun woning,” zegt Kremer. Volgens haar is de afschaffing van het salderen al merkbaar: de verkoop van zonnepanelen stagneert.
“Door de afschaffing van het salderen is de aanschaf van zonnepanelen al stil komen te liggen. Straks gaan huiseigenaren hun panelen nog van hun dak halen,” zegt Kremer tegenover AD. “Dat terwijl zij een belangrijke schakel zijn in de energietransitie.”
De organisatie vraagt de politiek daarom om snel in te grijpen en wettelijk vast te leggen dat de vergoeding voor zonnestroom altijd netto positief moet zijn.
Terugleveren is nauwelijks te vermijden
Volgens de VEH is het voor de meeste huishoudens vrijwel onmogelijk om al hun zelf opgewekte stroom direct te gebruiken, meldt AD. Gemiddeld gaat slechts dertig procent van de zonne-energie rechtstreeks naar apparaten in huis; de rest vloeit automatisch terug het net op.
“Energieleveranciers, politici en netbeheerders roepen continu dat consumenten maar meer zonnestroom zelf moeten verbruiken,” zegt Kremer bij AD. “Maar in de praktijk is dat hartstikke moeilijk en kost dit ook weer extra geld.”
Alleen met grote verbruikers zoals een elektrische auto, warmtepomp of zonnestroomboiler lukt het om een groter deel zelf te benutten, zegt energiespecialist Judith Scholte van VEH tegenover AD.
‘Slim verbruiken’ blijkt lastig in praktijk
Volgens Scholte blijkt uit onderzoek dat veel mensen terughoudend zijn met zogenaamde ‘slimme’ oplossingen. Apparaten automatisch laten draaien op zonnestroom klinkt aantrekkelijk, maar blijkt in de praktijk lastig.
“Wasmachines kunnen wel op een timer worden gezet,” zegt Scholte bij AD. “Maar uit onderzoek dat wij deden blijkt dat veel mensen dat niet durven uit vrees dat er iets misgaat. Of omdat de kleding in de kreuk zit bij thuiskomst of stinkt van uren in de trommel zitten.”
Daarmee is het pleidooi van VEH helder: de politiek moet voorkomen dat duurzaam gedrag financieel wordt afgestraft. De verwachting is dat de discussie over terugleverkosten de komende maanden zal toenemen. De Tweede Kamer moet nog bepalen of er grenzen komen aan de negatieve vergoedingen.























































