Nederland stopt met jaarlijkse controle op risico’s van ECB-beleid

De controle van de Tweede Kamer op het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) wordt afgeschaft. Dat blijkt een document van het ministerie van Financiën dat naar de Tweede Kamer is gestuurd. De jaarlijkse rapportage waarin het kabinet uitlegde welke risico’s Nederland liep via de ECB, verdwijnt. De reden: “minder relevant” en “taakstellingen”.
In 2017 beloofde toenmalig minister Wopke Hoekstra de Kamer dat Nederland ieder jaar zou worden geïnformeerd over de financiële risico’s van het ECB-beleid. Het ging daarbij om miljarden aan leningen, obligatieaankopen en mogelijke verliezen bij Europese herverdeling.
Sindsdien verscheen er elk jaar een brief met uitleg over de balans van de ECB en de gevolgen voor Nederland. Maar die toezegging is nu “afgedaan”, zo staat letterlijk in de interne beslisnota van 27 oktober.
“U informeert de Kamer in dit verslag dat u deze toezegging als afgedaan beschouwt en dat er vanaf heden geen jaarlijkse informatiebrief meer wordt verstuurd over de risico’s die de Nederlandse Staat loopt in het kader van het monetaire beleid van de ECB,” luidt de tekst. Daarmee verdwijnt een van de weinige vaste momenten waarop de Tweede Kamer zicht kreeg op de financiële verwevenheid tussen Nederland en de ECB.
‘Minder relevant’ en ‘taakstellingen’
Volgens het ministerie is de rapportage overbodig geworden. De balans van de ECB zou krimpen nu het monetaire beleid wordt afgebouwd, waardoor de risico’s kleiner zouden zijn. Daarnaast wijst Financiën erop dat De Nederlandsche Bank zelf in haar jaarverslag rapporteert over haar monetaire blootstellingen.
Tot slot speelt geld een rol: “Als gevolg van de taakstelling moeten keuzes worden gemaakt. Gegeven bovengenoemde redenen ligt het voor de hand om te stoppen met het versturen van deze jaarlijkse informatiebrief.”
Het besluit lijkt onschuldig, maar heeft grote gevolgen voor de parlementaire controle. Door het schrappen van de rapportage verliest de Tweede Kamer een jaarlijks overzicht van de risico’s die Nederland loopt via de ECB. Die risico’s kunnen gaan om tientallen miljarden euro’s, afhankelijk van de omvang van opkoopprogramma’s of verliezen bij herfinanciering van schulden in Zuid-Europese lidstaten.





















































