Nieuwe klimaatmaatregel treft werkgevers met brandstofauto’s

Vanaf 2027 worden auto’s van de zaak met een verbrandingsmotor flink duurder voor werkgevers. Het kabinet voert dan een extra heffing in bovenop de bestaande bijtelling. Alleen elektrische leaseauto’s blijven buiten schot.
De maatregel komt uit de Klimaatnota van minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei). De plannen worden verder uitgewerkt in het Belastingplan 2026, dat op Prinsjesdag wordt gepresenteerd.
Extra kosten bovenop de bijtelling
Wie zijn werknemer een nieuwe brandstofauto meegeeft, gaat straks meer betalen. Werkgevers krijgen te maken met een extra eindheffing in de loonbelasting, bovenop de gebruikelijke bijtelling van 22 procent.
Het tarief van de heffing bedraagt 52 procent van die 22 procent van de cataloguswaarde. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld 4.576 euro per jaar voor een auto van 40.000 euro. Die kosten mogen niet worden verhaald op de werknemer.
De heffing geldt voor zowel personenauto’s als bestelwagens, maar alleen als die ook privé worden gebruikt (meer dan 500 kilometer per jaar). Bestelauto’s die alleen zakelijk rijden blijven dus buiten de regeling. Zzp’ers met een eenmanszaak worden evenmin geraakt, omdat zij inkomstenbelasting betalen in plaats van loonbelasting.
Uitzondering en kleine correctie voor EV’s
Naast de heffing kondigt de minister een aanpassing aan in de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s. Het vorige kabinet had een gunstige gewichtscorrectie van 40 procent toegezegd om EV’s betaalbaar te houden. Die werd later versoberd naar 25 procent en ingekort tot 2029.
Het huidige kabinet draait dat deels terug: tussen 2026 en 2028 geldt een korting van 30 procent, waarna het percentage in 2029 weer zakt naar 25 procent. Daarmee wil het kabinet voorkomen dat elektrische auto’s door hun hogere gewicht te zwaar worden belast.





















































