Keijzer veroordeelt geweld tegen christelijke asielzoeker in Goes

In het azc in Goes is een Syrische christen ernstig bedreigd door een groep islamitische bewoners. Het incident heeft geleid tot politieke vragen, zorgen bij lokale betrokkenen en een reactie van minister van Asiel en Migratie Mona Keijzer. De minister erkent dat geweld of intimidatie in azc’s onacceptabel is en kondigt nieuwe maatregelen aan.
Het voorval speelde zich af op 18 oktober. De Syrische asielzoeker Wassim werd volgens schooldirecteur en ChristenUnie-Statenlid Lizo Koppejan belaagd door een Marokkaanse man en drie anderen die hem al langere tijd zouden intimideren. Bij de aanval zou ook een mes zijn getrokken.
Koppejan zegt dat Wassim direct na het incident overstuur bij hem binnenkwam. “Ik heb nog nooit iemand zo bang gezien”, verklaart hij in de media. Wassim had volgens hem “striemen in zijn gezicht, rode plekken in zijn hals en pijn aan z’n ribbenkast”. De politie bevestigde die dag een “conflict tussen twee mensen”, maar hield niemand aan. De aangifte volgde pas later.
Doodsbedreiging in het Arabisch
Na de aanval zou Wassim opnieuw bedreigd zijn. Volgens Koppejan riepen de daders richting een COA-medewerker: “Het is nu niet gelukt om een christen te vermoorden, maar de volgende keer gaat dat wel lukken.”
Sindsdien voelt Wassim zich onveilig. Koppejan zei dat de man zijn drieling alleen nog naar school brengt onder begeleiding van vrienden “die in de gaten houden of ze niet gevolgd worden en of het veilig is”.
Ook predikant Sarmad Al-Anbary bevestigde dat de Syrische familie al langer problemen ervaart “omdat ze christen zijn geworden, maar ook vanwege hun achtergrond als druzen”.
Minister Keijzer: intimidatie is onacceptabel
SGP-Kamerlid Diederik van Dijk stelde Kamervragen naar aanleiding van de zaak. Minister Keijzer reageerde deze week op die vragen. Zij benadrukt dat discriminatie en geweld tegen christenen in de opvang “altijd onacceptabel” is.
In haar officiële antwoord schrijft zij: “Discriminatie en geweld tegen asielzoekers is te allen tijde onacceptabel. Dat geldt ook als dit gericht is tegen de christelijke achtergrond van iemand. Tegen incidenten moet krachtig worden opgetreden en dat doet het COA ook.”
Volgens de minister neemt het COA maatregelen wanneer bewoners de huisregels overtreden. Ook kan het COA helpen bij het doen van aangifte. “Hoewel slachtoffers niet kan worden verplicht om aangifte te doen, stimuleert en ondersteunt COA slachtoffers zoveel als mogelijk om wel aangifte te doen.”
Overplaatsing van slachtoffers niet wenselijk
Van Dijk wilde weten of het COA slachtoffers soms onterecht verplaatst. De minister antwoordt dat verplaatsing in principe bedoeld is voor daders, maar dat slachtoffers soms zelf om overplaatsing vragen. “Uitgangspunt is altijd dat het gedrag van de dader genormeerd wordt”, schrijft ze. Toch kan het COA in uitzonderlijke gevallen besluiten een slachtoffer te verplaatsen “op verzoek van het slachtoffer”.
De minister erkent dat christenen en andere minderheden soms extra kwetsbaar zijn. Toch maakt het COA geen onderscheid bij kamerindeling: “Het COA maakt in het plaatsingsbeleid geen onderscheid op basis van religie.” Wel zegt Keijzer dat het COA kan ingrijpen bij onveilige situaties, bijvoorbeeld door kamerwissels of extra begeleiding.
Uit cijfers blijkt dat meldingen van bedreiging en intimidatie tegen christelijke asielzoekers toenemen. Stichting Gave ziet een duidelijke stijging. De minister verwijst naar haar eerdere beantwoording, maar bevestigt dat het onderwerp “onze permanente aandacht” heeft.
Wordt er een speciaal convenant voor christenen overwogen?
Van Dijk wil dat de positie van christenen wordt beschermd via een vernieuwd convenant, vergelijkbaar met dat voor lhbti-asielzoekers. De minister is voorzichtig, maar zegt wel bereid te zijn het gesprek te voeren: “Zonder me op dit punt te willen committeren aan de vorm van een convenant, ben ik uiteraard bereid om mij in te blijven spannen […] om signalen over onveiligheid van christelijke asielzoekers te bespreken.”
Tot slot vroeg de SGP of intimidatie en geweld door asielzoekers zwaarder kan wegen bij de beoordeling van hun verblijfsvergunning. De minister wijst dat af: “De criteria voor intrekking of afwijzing van een asielvergunning volgen uit de kwalificatierichtlijn. Dit kan dus niet worden aangescherpt door middel van een nationale maatregel.” Veroordelingen voor ernstige misdrijven kunnen wel leiden tot intrekking of afwijzing.




















































