Verzekeraars winnen terrein door nieuw pensioenstelsel

De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel levert verzekeraars duidelijk voordeel op. Grote partijen als ASR, Achmea, Zwitserleven en Nationale Nederlanden nemen in rap tempo pensioenverplichtingen over van kleinere fondsen. Samen hebben zij inmiddels zo’n 7 miljard euro aan verplichtingen opgekocht. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB).
Het gaat om zogenoemde buy-outs. Daarbij verkoopt een pensioenfonds zijn verplichtingen aan een verzekeraar. Het fonds verdwijnt dan of wordt sterk afgeslankt. Vooral kleinere pensioenfondsen kiezen steeds vaker voor deze route. Zelf overstappen naar het nieuwe pensioenstelsel vraagt namelijk om complexe berekeningen, nieuwe ICT-systemen en forse financiële buffers. Voor veel fondsen is dat nauwelijks haalbaar.
In het nieuwe pensioenstelsel verandert de manier waarop pensioenen worden opgebouwd en uitgekeerd. De gezamenlijke pensioenpot verdwijnt. In plaats daarvan krijgt iedere deelnemer een persoonlijk pensioenvermogen. Dat vermogen beweegt directer mee met de resultaten op de financiële markten. Dat kan gunstig uitpakken, maar ook tegenvallen.
Voor verzekeraars is dit systeem geen onbekend terrein. Zij werken al jaren met individuele pensioenpotjes. Daardoor hebben zij een praktische voorsprong. Niet alleen in ervaring, maar ook in kosten en uitvoering. Volgens DNB maakt dit verzekeraars aantrekkelijk voor fondsen die de overstap niet zelf willen of kunnen organiseren.
Concrete overnames
De afgelopen periode zijn meerdere pensioenfondsen overgestapt. Achmea nam bijvoorbeeld de pensioenverplichtingen over van het bedrijfspensioenfonds van FrieslandCampina. ASR sloot een vergelijkbare deal met het pensioenfonds voor tandartsen. Ook andere verzekeraars hebben aangegeven actief op zoek te zijn naar nieuwe overnames.
De interesse is niet verrassend. De totale Nederlandse pensioenmarkt is enorm. In totaal gaat het om 1.573 miljard euro aan pensioenregelingen. Door de recente buy-outs beheren verzekeraars nu bijna 230 miljard euro daarvan. Dat komt neer op een marktaandeel van bijna 15 procent. In 2021 lag dat aandeel nog op 13,4 procent.
Verschuiving in het pensioenlandschap
De cijfers laten zien dat het pensioenlandschap in Nederland snel verandert. Waar pensioenfondsen lange tijd dominant waren, schuiven verzekeraars steeds verder naar voren. De overgang naar het nieuwe stelsel versnelt die beweging.
Voor deelnemers betekent dit dat hun pensioen vaker wordt uitgevoerd door commerciële partijen in plaats van zelfstandige fondsen. Voor kleinere fondsen betekent het vooral een keuze tussen zelf investeren in een complexe transitie of aansluiting zoeken bij een verzekeraar die daar al op is ingericht.


















































