In het gesprek met de Telegraaf vertelt Hoekstra dat hij zich eigenlijk nooit op de voorgrond van de partij had willen positioneren. Hoekstra stelt dat hij altijd al vond dat hij meer een bestuurder was dan een beroepspoliticus. "Dat gaat eigenlijk terug naar het gesprek dat ik drie jaar geleden met u had, toen ik zei dat ik me meer een bestuurder dan een beroepspoliticus voel. Ik zei toen ’nee’ tegen het lijsttrekkerschap, maar er is later een klemmend beroep op me gedaan om het alsnog te doen. Ik heb altijd een enorm commitment gevoeld om de publieke zaak te dienen en heb het daarom toen toch geaccepteerd. Maar in de kern ben ik niet veranderd."
Hoekstra werd in 2020 lijsttrekker nadat Hugo de Jonge afzag van de rol als partijleider. De Jonge won nipt de omstreden leiderschapsverkiezingen van Pieter Omtzigt, maar de nasleep en het combineren van zijn rol als coronaminister en lijsttrekker viel hem zwaar. Waardoor Hoekstra het stokje overnam.
Hoekstra ziet overigens voor zichzelf geen toekomst als Kamerlid, dus als Hoekstra terugkeert in Den Haag, dan zal dat zijn als minister.