Terechte zorgen om nieuwe pensioenwet? Alle feiten op een rij
Als vaste prik verdiept Eric Ypma zich in de overheidsfinanciën. Hij doorploegt rijksbegrotingen en halfjaarlijkse nota's met maar één vraag: wat gebeurt er met ons belastinggeld? Ditmaal laat hij zijn licht schijnen op het pensioenstelsel. Hoewel ons land een goed werkend pensioenstelsel heeft, wordt dit binnenkort vervangen door een nieuwe wet vol onzekerheden. De kernvraag luidt: moeten we ons zorgen maken?
Ik ben opgegroeid met het pensioenstelsel , dat vanaf je 25e jaar tot je 65e jaar, 1,75% per jaar aan pensioenrechten opbouwde, en je werkgever betaalde deels mee, en aan het eind van de rit (mits geïndexeerd) was je pensioen 70% van je laatst verdiende salaris. Dat werd later minimaal 70 procent van het middelloon. Zowel premies als pensioenen groeiden mee met de inflatie. Het pensioen was welvaartsvast. Voor de circa half miljoen werknemers in dienst van de overheid, de ambtenaren, was dit zelfs in de Wet op het ABP verankerd. De 70-procent norm was een stabiel baken, breed gedragen in de maatschappij.