Laat rechter boeren in de kou staan? Groningers verliezen rechtszaak mestgebruik
Een groep van 85 boeren uit het noorden van Groningen is door de rechtbank in Den Haag in het ongelijk gesteld in hun zaak tegen minister Femke Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De boeren vochten de fosfaatnorm aan, die hen beperkt in de hoeveelheid mest die ze op hun land mogen uitrijden.
De boeren, vertegenwoordigd door het Rechtskundig Bureau voor de Landbouwer, voerden aan dat de fosfaatnorm onredelijk is. In hun gebied is de natuurlijke achtergronddepositie van fosfaat hoger door kwel en kustinvloeden. Dit leidt ertoe dat boeren in het noorden minder mest mogen uitrijden dan hun collega’s in aangrenzende gebieden zoals Friesland. Volgens de boeren veroorzaakt dit rechtsongelijkheid en economische schade, met verliesposten van €30.000 tot €50.000 per jaar.
Naast de fosfaatbeperkingen worden de boeren ook beperkt in hun stikstofgebruik. Dit vinden zij extra onredelijk, omdat de norm draait om fosfaat. Akkerbouwer Egbert de Vries uit Kantens benadrukte dat de minister verouderde gegevens heeft gebruikt, terwijl er nieuwere en gunstigere cijfers beschikbaar zijn. "We voelen ons ernstig benadeeld", zei De Vries tegen RTV Noord.
De rechtbank oordeelde dat de minister niet onrechtmatig heeft gehandeld. Volgens Albrechtus Tebbens Torringa, voorzitter van het Rechtskundig Bureau, komt de uitspraak onredelijk over. “Er is een verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen,” aldus Torringa. De boeren overwegen nu een spoedappèl. Dit moet binnen vier weken worden ingediend en zou zich richten op het recht om meer stikstof toe te passen.