VVD: belasting omlaag, minder geld naar buitenland
De VVD wil "nog dit jaar" één miljard euro vrijmaken om werkenden financieel te ondersteunen. De partij presenteert een plan om de energiebelasting met 750 miljoen euro te verlagen en de kinderopvangtoeslag voor middeninkomens met 250 miljoen euro te verhogen. De liberalen willen dit bekostigen door de overheid te verkleinen en te bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking.
Met dit voorstel breekt de VVD met de koers van het kabinet. Partijleider Dilan Yesilgöz stelt dat er tot nu toe "te weinig ambitie" is getoond om werkenden te helpen. Volgens haar pakt de VVD nu "kleur" in de Kamer en zet het de werkende Nederlander weer op de eerste plaats.
In de 'agenda voor werkend Nederland' doet de VVD een reeks voorstellen om de koopkracht van werkenden te beschermen. Een van de speerpunten is een koopkrachtwet, die wettelijk vastlegt dat werkenden er altijd meer op vooruitgaan dan mensen die niet werken. Op Prinsjesdag moet voortaan gegarandeerd worden dat werkenden financieel voorrang krijgen. Daarnaast wil de partij dat de bijstands- en werkloosheidsuitkering niet langer gekoppeld zijn aan het minimumloon. Deze uitkeringen mogen voortaan alleen meestijgen met de inflatie, in tegenstelling tot de AOW en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, die wél volledig kunnen meegroeien.
Inflatiewet: minder overheid, minder prijsstijgingen
De VVD pleit ook voor een inflatiewet om de stijgende kosten voor de middenklasse te beteugelen. Volgens de partij is inflatie een "sluipschutter" die de werkende Nederlander raakt. De overheid zou in tijden van hoge inflatie minder moeten uitgeven om prijsstijgingen te beperken.
Volgens de VVD ligt bij beleidsmaatregelen "te vaak de focus op de laagste inkomens". De partij wil dat de middenklasse weer centraal komt te staan en dat werken aantrekkelijker wordt dan afhankelijk zijn van een uitkering.