Miljoenenfraude met EU-subsidies: criminelen verdienden grof geld met biodiesel

De Europese Aanklager (EPPO) heeft in Rotterdam twee verdachten gearresteerd die worden beschouwd als de leiders van een internationaal fraudenetwerk rond de invoer van biodiesel. De fraude zou de Europese Unie ruim 60 miljoen euro hebben gekost, waarvan 49 miljoen euro in Nederland. De verdachten, die eerder in België vastzaten, zouden de herkomst van biodiesel verkeerd hebben opgegeven om invoerrechten te ontlopen.
Uit onderzoek blijkt dat de verdachten biodiesel afkomstig uit de Verenigde Staten invoerden in de Europese Unie, maar deze valselijk registreerden als biodiesel uit andere landen. In België zou de brandstof als afkomstig uit Marokko zijn opgegeven, terwijl in Nederland werd gedaan alsof het ging om biodiesel van gebruikte frituurolie (UCOME) uit Bosnië en Herzegovina. In werkelijkheid zou het echter om SoyMethyl Ester (SME) gaan, een goedkopere en minder duurzame biodieselvariant.
Het frauduleus registreren van deze biodiesel leverde de verdachten flinke financiële voordelen op. Biodiesel uit de Verenigde Staten is onderhevig aan anti-dumpingheffingen, omdat de productie daar goedkoper is door overheidssteun. Door de brandstof een andere herkomst toe te dichten, wisten de verdachten deze heffingen te omzeilen en hoge winsten te behalen.
Duurzaamheidsvoordelen misbruikt
Volgens de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED) wordt UCOME gezien als een van de meest duurzame biodiesels. Daardoor hoeven raffinaderijen minder van deze brandstof bij te mengen in gewone diesel om te voldoen aan de milieuregels. Dit maakt UCOME veel waardevoller dan SME. Door SME als UCOME te verkopen, kon de fraudeorganisatie biodiesel tegen hogere prijzen afzetten in de EU, terwijl het product in werkelijkheid niet voldeed aan de duurzaamheidsnormen.
De fraude werd ontdekt door het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF), waarna EPPO een onderzoek startte in samenwerking met de Nederlandse Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD).
Aanhoudingen en lopende rechtszaken
De verdachten zaten al sinds mei 2024 in voorarrest in België vanwege een ander onderzoek naar biodieselfraude onder leiding van het EPPO-kantoor in Brussel. België beschouwt hen als de leiders van een criminele organisatie die met vervalste papieren biodiesel uit de VS importeerde.
Nu zijn zij overgeleverd aan Nederland op basis van een Europees aanhoudingsbevel, omdat zij hier eveneens verdacht worden van grootschalige fraude. De rechtbank in Rotterdam heeft hun voorlopige hechtenis bevolen.
De rechtszaak in Nederland staat los van de Belgische zaak. Beide verdachten zullen zich na hun proces in Nederland ook in België voor de rechter moeten verantwoorden.
Schade voor Nederland en de EU
De totale schade aan de EU-begroting door deze fraude wordt geraamd op ruim 60 miljoen euro, waarvan bijna 49 miljoen euro specifiek in Nederland werd veroorzaakt. Dit geld zou anders ten goede zijn gekomen aan de financiering van duurzame energie en milieuprojecten binnen de EU.
EPPO benadrukt dat de verdachten onschuldig zijn totdat hun schuld in de rechtbank is bewezen. Het onderzoek in België loopt nog en er wordt verwacht dat meer details over de fraudezaak in de komende maanden naar buiten zullen komen.
Als onafhankelijke instantie is EPPO verantwoordelijk voor het onderzoeken en vervolgen van fraudezaken die de financiële belangen van de EU schaden. Deze zaak onderstreept hoe belangrijk grensoverschrijdende samenwerking is in de bestrijding van economische misdrijven binnen de Europese Unie.