Salafistische organisatie predikt geweld en jihad in Duitsland

In Noord-Duitsland verspreidt de radicale islamistische groepering Nūr al 'Ilm extremistische boodschappen via sociale media en bijeenkomsten, blijkt uit onderzoek van NIUS. Onder het mom van religieus onderwijs worden haatdragende en gewelddadige opvattingen rondgezaaid, gericht tegen niet-moslims, homoseksuelen en vrouwen. De groep opereert grotendeels onder de radar en lijkt zich specifiek te richten op jongeren.
Op het eerste gezicht presenteert Nūr al 'Ilm zich als een organisatie die dialoog en educatie bevordert. Op hun YouTube-kanaal staat: "Wij willen de dialoog bevorderen en bijdragen aan een beter samenleven." Echter, een nadere blik op de inhoud van hun ruim 100 video's onthult een ander verhaal.
In een video over de Slag bij Uhud wordt bijvoorbeeld gesproken over hoe "de kaffirs (ongelovigen) in Medina afgeslacht moeten worden." Het woord 'kaffirs' wordt door extremisten gebruikt om niet-moslims te degraderen en te rechtvaardigen als doelwit van geweld. Ook homoseksuelen worden expliciet bedreigd. In een ander fragment wordt gesteld: "Als iemand de daad van homoseksualiteit verricht, moeten beiden worden gedood." Er wordt zelfs verwezen naar manieren om dit te doen, zoals executie vanaf een hoog gebouw of verbranding.
Daarnaast wordt geweld tegen vrouwen gelegitimeerd. Een van de lessen stelt: "Een man mag zijn vrouw slaan als zij de plichten van Allah verwaarloost, maar niet in het gezicht en zonder sporen achter te laten."
Verheerlijking van geweld
De groep gaat verder door de moord op de filmmaker Theo van Gogh te bespreken. In een video wordt de aanslag uit 2004 door de extremistische moslim Mohammed Bouyeri niet expliciet veroordeeld, maar wordt de moord als een strategische afweging beschreven. "Islamitisch gezien zou het niet verkeerd zijn om zo iemand te doden," wordt er opgemerkt. Deze uitingen laten zien hoe de groep geweld niet alleen legitimeert, maar zelfs aanmoedigt.
Actieve werving en radicalisering
Naast online propaganda organiseert Nūr al 'Ilm bijeenkomsten, zogeheten 'broederbijeenkomst', in steden als Bremen, Lübeck en Delmenhorst. Ook in Mannheim en Noordrijn-Westfalen zijn activiteiten waargenomen. De leider van de groep, Abdur Rahman Shadid, blijft grotendeels onbekend in openbare registers, maar lijkt de spilfiguur achter de verspreiding van de ideologie. De groep heeft geen vaste locatie, website of openbaar contactpunt, wat de opsporing bemoeilijkt. Communicatie vindt voornamelijk plaats via gesloten WhatsApp- en Telegram-groepen.
Om lid te worden van deze groepen moeten geïnteresseerden een vragenlijst invullen, waarin zij hun kennis van de Koran en hun Arabischniveau moeten aantonen. Dit exclusieve karakter suggereert een bewust streven naar een hechte, moeilijk toegankelijke gemeenschap waarin extremistische ideeën ongehinderd kunnen worden uitgewisseld.
Koppeling met radicale netwerken
Nūr al 'Ilm lijkt verbonden te zijn met het Islamisches Kulturzentrum (IKZ) in Bremen. Dit centrum wordt door de Duitse veiligheidsdiensten al langer in de gaten gehouden vanwege de aanwezigheid van salafistische structuren. De diensten waarschuwen dat er vanuit deze netwerken oproepen worden gedaan tot segregatie van moslims en een afwijzing van de democratische rechtsorde.
Op Telegram is een van de drie hoofdbeheerders van de Nūr al 'Ilm-groep te vinden onder de gebruikersnaam @ikzbremen, wat duidt op directe banden met het IKZ. Duitse inlichtingendiensten houden deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten, maar wijzen erop dat er pas actie kan worden ondernomen als er concrete aanwijzingen zijn voor strafbare feiten.
Oproep tot jihad en islamisering
In sommige video's wordt niet alleen gesproken over geweld tegen ongelovigen, maar ook over de wens om een islamitische heerschappij wereldwijd te vestigen. In een van de opnames wordt gesteld: "Allah heeft bevolen dat zijn religie overal regeert en dat zijn wetten wereldwijd gelden." De jihad wordt gepresenteerd als een plicht voor moslims, waarbij wordt aangegeven dat Allah de macht heeft om landen als de VS, Israël en Rusland in een oogwenk te vernietigen.
Ook de manier waarop oorlog tegen niet-moslims gevoerd zou moeten worden, wordt besproken. Een van de sprekers vraagt zich af wat er moet gebeuren als het niet mogelijk is om vijandige soldaten te onderscheiden van vrouwen en kinderen. De conclusie luidt: "Dan is het toegestaan." Dit soort uitspraken tonen de extreme denkbeelden binnen de groep en de bereidheid om geweld te rechtvaardigen onder religieuze vlag.
Bezorgdheid bij experts
Volgens islamisme-expert Sigrid Herrmann vormt Nūr al 'Ilm een serieuze dreiging. "Deze groep is in haar radicaliteit en gesloten structuur zorgwekkend," stelt ze in gesprek met NIUS. Herrmann wijst erop dat gesloten netwerken als deze moeilijk te detecteren zijn en vaak gevaarlijker zijn dan grote, bekende extremistische organisaties. "Deze vorm van radicalisering vindt vaak plaats buiten het zicht van autoriteiten, maar kan grote gevolgen hebben."
Ook het Duitse Verfassungsschutz (de binnenlandse veiligheidsdienst) heeft Nūr al 'Ilm inmiddels op de radar, al benadrukt de dienst dat er pas actie kan worden ondernomen bij concrete aanwijzingen voor staatsgevaarlijke activiteiten.