22e huiszoeking door politie bij AfD-Europarlementariër: ‘Gerichte terreur tegen de oppositie’

De Duitse autoriteiten hebben voor de 22e keer een huiszoeking uitgevoerd bij de rechts-conservatieve Europarlementariër Petr Bystron van de AfD. Volgens de politicus is er sprake van “gerichte terreur tegen de oppositie”. De laatste inval vond plaats terwijl Bystron in Washington D.C. was voor overleg met Republikeinse politici uit de Trump-beweging, meldt Remix.
De Duitse politie viel zijn woning binnen terwijl hij sprak met Amerikaanse congresleden. Het was opnieuw onderdeel van een lopend onderzoek naar vermeende Russische financiering en pro-Russische propaganda. Bystron spreekt van een politieke heksenjacht.
De verdenkingen tegen Bystron draaien om betalingen vanuit Rusland en vermeende betrokkenheid bij de pro-Russische website Voice of Europe. In april 2024 werd zijn kantoor in het Duitse parlement al doorzocht. Ook toen sprak Bystron van “een ernstige zaak”.
Tot op heden is er geen belastend materiaal gevonden. Toch blijven de invallen doorgaan. De 22 huiszoekingen zouden volgens Bystron geen juridische basis hebben. Hij zegt dat ook zijn dementerende moeder in een bejaardentehuis werd lastiggevallen. De politie zou haar daar een verklaring hebben laten afleggen. “Elke inval is een stap weg van de rechtsstaat,” aldus de Europarlementariër.
Bystron was de nummer twee op de AfD-lijst voor de Europese verkiezingen. De invallen begonnen in de aanloop naar die verkiezingen. Volgens hem is er sprake van doelbewuste intimidatie van politieke tegenstanders. In een verklaring tegenover The Gateway Pundit noemt hij de gang van zaken “absurd” en “kenmerkend voor een autoritair regime”.