Thom de Graaf stopt als vice-president Raad van State

Thom de Graaf legt volgend jaar zijn functie neer als vice-president van de Raad van State. Na bijna zes jaar in die rol zegt hij dat het tijd is voor rust en persoonlijke ruimte. “Aan mijn privéleven en andere belangstellingen dan werk ben ik te weinig toegekomen,” schrijft hij in een verklaring.
De Graaf blijft nog tot 1 juli 2026 aan. Daarna wordt een opvolger benoemd bij koninklijk besluit, na goedkeuring van de ministerraad. De Raad van State is een van de oudste staatsorganen van Nederland. De instelling adviseert het kabinet en het parlement over nieuwe wetgeving en fungeert als hoogste bestuursrechter. Formeel is de Koning voorzitter, maar de vice-president voert het dagelijks bestuur.
Volgens de regels had De Graaf nog een jaar langer mogen blijven, maar dat vindt hij zelf niet verstandig. “Ik vind dat een functie als die van mij niet te lang moet worden uitgeoefend door dezelfde persoon, nu in het algemeen gebeurtenissen, informatie en personen steeds sneller wisselen,” aldus De Graaf.
De Raad van State kwam de afgelopen tijd vaker in het nieuws vanwege kritiek op overheidsbeleid, onder meer rond de stikstofwetgeving en de Spreidingswet. Sommige politici vinden dat de Raad zich te nadrukkelijk mengt in politieke dossiers.
BBB-leider Caroline van der Plas noemde het instituut eerder “te politiek gekleurd” en stelde dat er “veel D66-mensen” bij betrokken zijn. Volgens haar is de Raad daardoor niet altijd even neutraal in haar adviezen aan het kabinet. BBB-prominent Henk Vermeer legde eerder in een podcast met NieuwRechts uit waarom de partij kritisch kijkt naar de Raad van State.



















































