Wie rechts wordt, maakt een ontvoogdingsproces door
Het politieke adagium luidt: “Wie als jongere niet links is geweest, heeft geen hart. Wie als oudere niet rechts is geworden, heeft geen verstand.” Wanneer een gezegde zo vaak wordt herhaald, moet hierin wel kern van waarheid schuilen. Waardoor komt dit? De kentering vindt niet alleen plaats door een verandering in de economische leefsituatie, maar ook door één in prioriteiten, levensinzicht en geestelijke weerbaarheid.
Het economische aspect is vrij voor de hand liggend. Een jongere is dikwijls afhankelijk van anderen. Hij heeft nog geen vaardigheden aangeleerd, geen kapitaal opgebouwd, en weet nog weinig over het reilen en zeilen in de wereld. Hij moet nog basale kennis opdoen, en daarom heeft hij baat bij een collectief dat hem in het zadel hijst. Oftewel: een socialistisch broederschapsgevoel. Een jongere is immers kwetsbaar. Om deze reden is het niet gek dat veel jongeren zich voelen aangetrokken tot egalitaristische theorieën. Opkomen voor de zwakkeren, de grootste schouders dragen de zwaarste lasten - deze idealen klinken niet alleen mooi, maar komen hem ook goed uit. Hij steunt overheidsprojecten die deze doelen nastreven.