Sinds 1988 wordt de Clara Meijer-Wichmann Penning jaarlijks uitgereikt aan een persoon of organisatie die zich heeft ingezet voor de mensenrechten, met name in Nederland. De toekenning gebeurt door de Liga voor de Rechten van de Mens.
Dit jaar valt de penning te beurt aan drie mensen: Kamerleden Renske Leijten (SP) en Pieter Omtzigt, en toeslagenouder Chermaine Leysner. De prijs werd afgelopen vrijdag uitgereikt in de Vondelkerk in Amsterdam.
Leijten noemt de prijs "een grote eer". Ook Omtzigt noemt de prijs "eervol. Wel voegt Leijten hieraan toe: "Tegelijkertijd is het diep triest dat Nederlandse volksvertegenwoordigers de mensenrechtenprijs krijgen voor onrecht wat in Nederland is bestreden. Als er iets is wat een staat legitimeert is het het opheffen van verschil van macht en de bescherming van de zwakkere tegen de sterkere."
Ze vervolgt: "Onze rechtsstaat is niet voor iedereen en de mensenrechten zijn dus niet het eerste waar volksvertegenwoordigers, bestuurders en uitvoerders aan denken. Dat geeft aan dat de strijd niet gestreden is en ook dat we iedereen nodig hebben, om niet weg te kijken en mee te strijden."
Omtzigt noemt de toekenning van de penning een "aanmoediging voor een strijd voor mensenrechten en beter bestuur die keihard nodig is".
Geen penning voor Azarkan en González Pérez
Toch was er ook kritiek op de toekenning. Sommigen vroegen zich af waarom ook niet DENK-leider Farid Azarkan en advocate Eva González Pérez de penning hebben ontvangen, gezien hun rol in het boven water krijgen van de toeslagenaffaire. Azarkan zegt hierover: 'Ik denk dat ik de verkeerde afkomst heb.' Wel feliciteert hij Leijten en Omtzigt.