De bal om Rutte naar huis te sturen ligt bij Hoekstra

Woensdag stond de plenaire vergadering in het teken van de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen. Een unicum: niet eerder ging de Tweede Kamer in debat over de uitslag van een niet-landelijke verkiezing. Alles kwam aan bod: de aanvallen op Rutte, een een-tweetje tussen Kaag en Bergkamp, een motie van wantrouwen en Caroline van der Plas die opnieuw bewees waarom 'De Kloof' zo'n reëel probleem is. Het debat zelf heeft in feite nauwelijks wat opgeleverd. Behalve één ding: het is overduidelijk dat degene die Rutte kan laten vallen frappant genoeg CDA-leider Wopke Hoekstra is. Alleen hij kan het kabinet laten imploderen en de ontevreden kiezer opnieuw naar de stembus sturen.
Voorafgaand aan het debat werd al duidelijk dat het een lange dag voor de coalitie zou worden. De oppositie had de messen geslepen, een grotendeels verenigde oppositie opende woensdagochtend het vuur op de coalitie. Van GroenLinks tot aan de PVV, iedereen, met enkele uitzonderingen zoals plucheplakker Liane den Haan daargelaten, was het erover eens: de houdbaarheidsdatum van Rutte IV was wel bereikt. De motie van wantrouwen, ingediend door Klaver (GL), Kuiken (PvdA), Azarkan (Denk), Ouwehand (PvdD), Wilders (PVV), Van der Plas (BBB) en Omtzigt werd door gehele oppositie gesteund behalve de SGP en Den Haan.