Het voorval
Verslaggever Jonathan Krispijn was in december 2022 in de Tweede Kamer om namens Ongehoord Nederland vragen te stellen aan politici.
Als D66-Kamerlid Tjeerd de Groot langsloopt met een groepje, wil Krispijn ook wat aan hem vragen. Maar dit weigert De Groot. Aan de mensen die hij een rondleiding geeft, zegt hij: "Deze journalist negeren wij altijd, omdat het fascisten zijn." Krispijn is verontwaardigd over deze opmerking.
Hij komt tekst en uitleg vragen bij De Groot, maar zonder resultaat. De Groot weigert antwoord te geven.
Na het incident laat Krispijn weten dat de opmerking van De Groot hem diep heeft geraakt: 'De term fascist raakt mij, omdat uitgerekend mijn Joodse voorouders slachtoffer waren van écht fascisme in de Tweede Wereldoorlog. Mijn afkomst is joods/colombiaans (slavenbloed), ik voetbal met moslims, zit op een Surinaamse voetbalclub. De term racist/fascist past mij niet.'
Daags na het incident had Krispijn bekend gemaakt zijn aangifte te hebben ingediend: 'Vandaag met Reinette Klever aangifte gedaan van belediging/smaad en laster. Hr.,De Groot van D66 maakte de omroep en mij uit voor “fascist”. Met verwensingen de dagen daarna op straat naar mijn hoofd tot gevolg. Ik ben 21 familieleden kwijtgeraakt in de oorlog en accepteer dit niet.'
OM gaat niet over tot bestraffing
In een persbericht schrijft het OM dat de uitspraak van De Groot 'onnodig grievend' was en dus een strafbare belediging, maar alsnog ziet geen reden om daadwerkelijk over te gaan tot een bestraffing: 'Het OM vindt de uitlating van het Tweede Kamerlid ‘onnodig grievend’ en daarmee een strafbare belediging. Daar staat tegenover dat het Tweede Kamerlid de opmerking terloops maakte, een ‘slip of the tongue’, en kort na de uitzending publiekelijk zijn excuses maakte. Verder weegt het OM mee dat de belediging in kleine kring plaatsvond. De omroep van de cameraploeg heeft deze vervolgens breder openbaar gemaakt in een televisie-uitzending en zo publiekelijk aan de kaak gesteld. Onder deze omstandigheden ziet het OM geen reden meer voor bestraffing. Het OM heeft de zaak daarom voorwaardelijk geseponeerd. Dat houdt in dat als het Tweede Kamerlid in de toekomst opnieuw een dergelijk feit pleegt, hij dan alsnog ook voor het feit van 6 december 2022 vervolgd zal worden.'