Tijdens het Kamerdebat over de Voorjaarsnota haalde Marijnissen de kwestie al aan: het gaat slecht in Nederland en het kabinet wil bezuinigen, waarom dan niet beginnen met het korten op de salarissen van politici?
"Ik vind dat wij als Tweede Kamer ook naar onszelf moeten kijken. Daar bedoel ik mee dat ik mij afvraag ... Zo'n beetje elke dag spreken wij hier en vaak stemmen wij over dingen die heel hard ingrijpen in het leven van mensen. Dat gaat over kosten, over de hoogte van de belastingen die mensen moeten betalen — daar ging het net over — en over de hoogte van het eigen risico, over de hoogte van de huren. Maar wie hier merkt daar eigenlijk zelf wat van? Wie ligt er hier zelf weleens wakker van mogelijke rekeningen die hij niet kan betalen? Ik vermoed dat dat er niet veel zijn. En dat is ook niet gek, want het salaris van een Tweede Kamerlid is ruim €120.000 per jaar. Dan lig je niet wakker van de stijgende prijzen van boodschappen of van die graaiflatie. Dan lig je niet wakker van een eigen risico. De SP heeft daarom de regeling dat we een groot deel van ons salaris inleveren. Wij vinden dat we dat als Tweede Kamer collectief zouden moeten doen. Wij vinden dat Tweede Kamerleden een derde van hun salaris in zouden moeten leveren."
Hierover diende Marijnissen een motie in, die werd echter verworpen door een Kamermeerderheid, een meerderheid waar ook de voormalig arbeiderspartij PvdA deel van uit maakte.