Na berichtgeving van Nieuwsuur begin juni wilde de Tweede Kamer de twee verkenners opnieuw horen, waaruit bleek dat Omtzigt al in een vroeg stadium door hen als een risico voor een nieuw kabinet werd besproken. De eerste zitting vond maandag plaats.
Voorafgaand aan het gesprek wilde PVV-Kamerlid Gidi Markuszower dat beide voormalig-verkenners onder ede zouden verschijnen, om zo eventuele leugens mogelijk te kunnen voorkomen.
Dit verzoek werd echter niet gesteund.
Tijdens het gesprek verklaarde Jorritsma: "Ik heb nooit gezegd dat Omtzigt een risico zou zijn. Het ging niet over de persoon. We hebben tegen mevrouw Arib gezegd dat als de nummer twee meer stemmen zou hebben dan de lijsttrekker, het CDA waarschijnlijk meer tijd nodig zou hebben."
Omtzigt stond als tweede op de kieslijst na de verloren partijleidersstrijd tegen Hugo de Jonge, direct na partijleider Wopke Hoekstra. Sommige Kamerleden, waaronder Omtzigt zelf, reageerden geïrriteerd op de bewoording van Jorritsma met betrekking tot "de nummer twee". Omtzigt zei: "Als je het hebt over de nummer twee, dan begrijpen mensen niet meteen dat het over mij gaat."
Het meest opvallende moment was dat Jorritsma in feite toegaf dat zij de rol en de risico van Omtzigt wel degelijk heeft besproken.