Europese leiders nemen eindelijk stelling tegen islamitische veenbrand
De barbaarse aanslag van islamitische terreurgroep Hamas op Israël op 7 oktober jongstleden was niet alleen het startschot voor de huidige oorlog tussen Israël en Hamas, maar ook het begin van het bovengronds zichtbaar worden van wat Theo Hiddema in 2017 een veenbrand noemde: de in Europa al decennia sluimerende onrust op het snijvlak van integratie, immigratie en islam.
Bovengrondse veenbrand
In vele steden in Europa én daarbuiten (Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Berlijn, Athene, Parijs, Wenen, Londen, Sydney, Madrid, New York) demonstreerden enorme mensenmassa’s, voor een groot deel bestaand uit deelnemers met een niet-Westerse immigratieachtergrond, voor de Palestijnen, voor Hamas, en tegen Israël en tegen Joden. Niet alleen de From the river to the sea-leus en Palestijnse vlaggen waren overvloedig zichtbaar, maar ook shahada-, jihad- en andere vlaggen. In Amsterdam demonstreerde de in tientallen (waaronder veel islamitische) landen verboden islamitische organisatie Hizb ut-Tahrir. In Den Haag werd ‘bij de demonstratie Mohammed Deif, de opperbevelhebber van terreurbeweging Hamas in het Arabisch geprezen’. In Sydney schreeuwden demonstranten onder het toeziend oog van de politie openlijk dat Joden vergast moeten worden.