Volkswagen wijzigt koers: investeert opnieuw in benzineauto's
Volkswagen, ooit een van de voorvechters van de elektrische auto-revolutie, maakt een strategische ommezwaai en gaat weer aanzienlijk investeren in auto's met verbrandingsmotoren. Dit besluit volgt na verminderde vraag naar elektrische voertuigen op de Europese markten.
Enkele jaren geleden leek het erop dat elektrische voertuigen de automarkt hadden veroverd. In die tijd kondigde Volkswagen plannen om tegen 2030 maar liefst 75 nieuwe elektrische modellen te introduceren. Het bedrijf had zelfs verklaard dat het tegen 2033 uitsluitend elektrische auto's zou verkopen, en kondigde aan 180 miljard euro te investeren in technologieën zoals batterijproductie.
Maar recente ontwikkelingen en een dalende verkoop van elektrische auto's in Europa hebben geleid tot een herziening van deze plannen. De vraag naar stekkerauto's loopt terug. Zo blijkt uit recent onderzoek dat veel kopers van Volkswagen de voorkeur geven aan auto's op benzine en diesel boven elektrische voertuigen.
Daarom zal een aanzienlijk deel - een derde - van het beschikbare kapitaal voor stekkerauto's (180 miljard euro), worden besteed aan benzineauto's. "De toekomst is elektrisch, maar het verleden is nog niet voorbij," benadrukt de verantwoordelijke Volkswagenmanager Arno Antlitz. Volgens hem is er nog steeds een markt voor traditionele verbrandingsmotoren.
In 2023 verkocht Volkswagen in totaal 4,87 miljoen auto's, waarvan 8,1 procent elektrische modellen waren. Dit was een stijging van 21,1 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Desondanks vertoonden de verkoopcijfers van het eerste kwartaal van dit jaar een daling van 3,3 procent in elektrische autoverkopen vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, met een significante daling van 24,3 procent in de Europese markt.