Hoe Trump zijn campagne verknoeit met de verkeerde kandidaat
Het ziet er momenteel niet goed uit voor Donald Trump. Maandenlang stond hij aan kop in de verkiezingspeilingen, maar begin augustus werd hij ingehaald door concurrent Kamala Harris. De oorzaak voor deze keldering lijkt duidelijk: Trumps negatieve campagne en zijn keuze voor J.D. Vance als potentiële vicepresident. Waar Harris zich sinds kort opwerpt als een verbinder die de grote maatschappelijke problemen wil oplossen, verliezen de Republikeinen zich in kinderachtig getier en schoolhumor. Tijd voor zelfreflectie.
Dit najaar vinden de Amerikaanse presidentsverkiezingen plaats. Lange tijd zag het er goed uit voor Donald Trump: hij domineerde maandenlang de Amerikaanse peilingbureaus. Zo stond hij in mei nog voor op Joe Biden in vijf van de zes belangrijke swingstaten, en vergaarde hij in 24 uur tien keer zoveel TikTok-volgers als Joe Biden. De populariteit bereikte een hoogtepunt vlak na de mislukte moordaanslag op 13 juli, toen Trump werd beschoten tijdens een campagnebijeenkomst in Pennsylvania. Volgens het prominente gokkantoor Polymarket maakte Trump toen maar liefst 67 procent kans om de presidentsverkiezingen te winnen.