Volgens Stoffer is ontwikkelingssamenwerking een morele opdracht die voortkomt uit christelijke waarden. “Je moet ook oog hebben voor die verre naasten, dus iets van onze welvaart hier delen met mensen verder weg die het veel minder hebben. Dat zit in ons DNA. Het is onbespreekbaar om dat niet te hebben.”

De SGP-leider verwijst naar de Bijbelse notie van barmhartigheid als kern van zijn standpunt. Hij vindt dat het vorige kabinet “inhoudelijk goede dingen heeft gedaan”, maar te weinig middelen vrijmaakte voor ontwikkelingshulp. Met dat standpunt zet Stoffer zich nadrukkelijk af tegen andere partijen op rechts. De VVD en JA21 willen juist stevig bezuinigen of ontwikkelingshulp zelfs volledig afschaffen. Dat geld zou dan moeten worden gebruikt om de NAVO-norm te halen voor defensie-uitgaven.

“Als ze ons erbij willen hebben, is het heel helder”, zei Stoffer over mogelijke coalitiebesprekingen. “Wij doen er een aantal honderden miljoenen bij.” Daarmee lijkt hij duidelijk te willen maken dat samenwerking met partijen die ontwikkelingshulp willen schrappen niet aan de orde is. De SGP kiest hiermee een principiële koers, die zowel sociaal als religieus wordt onderbouwd. Ontwikkelingshulp ziet Stoffer niet als politieke luxe, maar als plicht.