Beuningen, Deventer, en Kampen hielden allemaal miljoenen over. Officieel mogen gemeenten het geld dat is overgebleven anders besteden maar ze kunnen het ook terugstorten. Het is niet duidelijk hoeveel gemeenten dat laatste hebben gedaan.

Sommige gemeenten bewaren een (deel van) het geld voor toekomstige opvang voor Oekraïeners. Amsterdam, Zwolle, Enschede en Den Haag bewaren allemaal het geld dat over is voor toekomstige noodopvang. 

Utrecht echter houdt het geld apart om te kampen met de moeilijke financiële kwesties die momenteel spelen, waaronder in het onderwijs. Het Groningse Pekela wil het geld weer terug laten vloeien naar de inwoners; het geld zal gebruikt worden om andere andere sport, cultuur en de renovatie van de molen te bekostigen. Almere wil juist weer het geld achter de hand houden voor vluchtelingen in algemene zin.