Deze achteruitgang is toe te schrijven aan het feit dat de aanvullende pensioenen gedurende lange tijd niet zijn verhoogd, zelfs niet om inflatiecorrectie toe te passen. Ondertussen stegen de prijzen van verschillende producten en diensten wel, zoals die van een kappersbezoek en een drankje in de kroeg.

Tussen 2011 en 2022 daalde de koopkracht van ouderen met een aanvullend pensioen van meer dan 3.000 euro met bijna 11 procent, wat de grootste daling betekende onder alle gepensioneerden. Zelfs degenen met een aanvullend pensioen van 1.000 euro of 2.000 euro gingen er minstens 5 procent op achteruit.

Aan de andere kant zagen senioren met een klein aanvullend pensioen hun koopkracht wél stijgen. Dit kwam voornamelijk door een inkomensstijging in 2022, als gevolg van maatregelen om huishoudens met een laag inkomen te ondersteunen bij het betalen van de energierekening, die was gestegen door de hoge gasprijzen.